Artikel: ‘Leraar & mediawijsheid: hoe maak je jongeren mediawijs?’ (deel 1) @profielactueel

Voor het februari-nummer van Profiel mocht ik een tweede artikel schrijven over mediawijsheid. In deze post deel ik graag dat artikel. Zoals ik al aangaf vind ik het erg leuk om te schrijven. In maart en opril volgen nog een tweetal vervolgartikelen over mediawijsheid.

Leraar & mediawijsheid: hoe maak je jongeren mediawijs?
De én-én-aanpak: pleidooi voor mediawijsheid als doel en middel in het curriculum

Mediawijsheid is onmisbaar voor leven en werken in onze sterk gedigitaliseerde maatschappij. Mediawijsheid is het nieuwe lezen en schrijven. Wie niet kan lezen en schrijven met media, is de nieuwe analfabeet. Voor het Nederlandse onderwijs is een belangrijke rol weggelegd in het mediawijzer maken van onze jongeren, echter valt er op dit gebied nog een wereld te winnen.

Technologische innovaties hebben de wereld sterk veranderd [1]. Via nomaden, handelsroutes, schepen en vliegtuigen slaagde de mensheid erin drie dimensies te ontginnen: het land, het water en de lucht. Daardoor werd de wereld kleiner. Aan het eind van de 20ste eeuw maakten innovaties op het gebied van ICT (Informatie en Communicatie Technologie) het mogelijk om ook de vierde dimensie te ontginnen: het internet. Het internet heeft de wereld (nog) kleiner gemaakt. Sterker nog, het begrip plaats is in onze tijd niet meer van belang. Iedere technologische innovatie brengt veranderingen met zich mee. In de loop van de geschiedenis veranderen en verdwijnen beroepen en komen er nieuwe bij. Ook in de 21ste eeuw gebeurt dit, alleen sneller dan ooit en met ingrijpende gevolgen. Het tempo waarin technologische innovaties elkaar opvolgen, is enorm toegenomen. Binnen één mensenleven vinden meerdere technologische innovaties plaats. De jongere die nu studeert, zal in zijn loopbaan meerdere werkgevers hebben en meerdere beroepen uitoefenen. Een deel van deze beroepen is op dit moment nog niet eens uitgevonden!

Deze nieuwe dynamiek vraagt van de professionals van morgen niet alleen vakmanschap, maar ook meer dan ooit aanpassingsvermogen om te overleven in de dimensie van het Internet. Of zoals Leon C. Megginson in 1963 het boek On the Origin of Species van Charles Darwin uit 1859 samenvatte [2]:

it is not the most intellectual of the species that survives; it is not the strongest that survives; but the species that survives is the one that is able best to adapt and adjust to the changing environment in which it finds itself.

Om als onderwijs jongeren serieus klaar te stomen voor de vierde dimensie: het Internet is dus aandacht voor mediawijsheid essentieel.

De eerste vraag die beantwoord dient te worden is: wat is mediawijsheid?

In 2005 definieerde de Raad voor Cultuur mediawijsheid als volgt [3]:

Het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld.

Een mooie definitie die de noodzaak voor mediawijsheid beschrijft, echter geen invulling geeft aan de vragen: welke kennis?, welke vaardigheden? en welke houding? Om deze vragen te beantwoorden introduceer ik in mijn boek: ‘#Mediawijsheid in de klas’ [4] het Mediawijsheid-competentiemodel. Het Mediawijsheid-competentiemodel rafelt internet gebruikt uiteen in drie soorten activiteiten: consumeren, participeren en produceren, en negen competenties: zoeken, filteren beoordelen, verbinden, benutten, bewaken, publiceren evalueren en reflecteren.

Iemand die voldoende mediawijs is, is in staat om de genoemde competenties toe te passen bij het gebruik van diverse (steeds wisselende) internetapplicaties (zoals Google.nl, Facebook, Snapchat of Instagram) in een drietal omgevingen: de persoonlijke, maatschappelijke en vak – of beroepscontext.

De tweede vraag die beantwoord moet worden, is: hoe veranker je mediawijsheid in het curriculum?

Ik pleit voor de én-én-aanpak, oftewel: én mediawijsheid moet als apart vak (in de persoonlijke en maatschappelijk context) én geïntegreerd in vak- en beroepscontext aangeboden worden. Anders gezegd: mediawijsheid als doel en middel.

Om mediawijsheid (ook) als apart vak (als doel) aan te bieden heb ik een aantal overwegingen.

Mediawijsheid moet gegeven worden door een echte expert: de leraar Mediawijsheid, die zijn (vak)didactische kennis en de specifieke pedagogische aanpak voor mediawijsheid op peil houdt.

Mediawijsheid kent het risico van “ondersneeuwen”. Integreer je mediawijsheid in andere vakken, dan is het gevaar levensgroot dat het ondergeschikt wordt aan het vak dat de betreffende docent geeft.

Van het alleen spelen van een wedstrijd wordt je niet per sé een betere speler. De wedstrijdcontext is daarvoor veel te complex. Het is belangrijk dat eerst losse onderdelen worden beheerst, bijvoorbeeld schaatsen, stickhandling, de spelregels, de posities op het ijs of de patronen bij een aanval of verdediging (bij mijn hobby ijshockey). Je oefent deze losse onderdelen en laat de complexiteit toenemen. En natuurlijk eindigt de training met een partijtje. Zo blijven de spelers gemotiveerd om de losse onderdelen te leren en kunnen ze het geleerde gaan toepassen in de wedstrijdcontext. Dat laatste lukt in het begin nog amper, maar zal na verloop van tijd steeds beter gaan. Deze aanpak gaat uit van de onderwijskundige principes van transfer en de zone van naaste ontwikkeling.

Nadat de mediawijsheid als vak (als doel) beheerst wordt, kun je met jongeren aan de slag gaan om mediawijsheid toe (te leren) passen in de vak- of beroepscontext, oftewel: ga je de wedstrijd (leren) spelen.

Patrick Koning, auteur: ‘#Mediawijsheid in de klas’ en trainer op het Koning Willem I College in ’s-Hertogenbosch.

[1] Knoke, W. (1997). Plaatsloze nieuwe wereld. Schiedam: Scriptum.
[2] Quoateinvestigator.com (2014). It Is Not the Strongest of the Species that Survives But the Most Adaptable. Geraadpleegd op 9 december 2016, van http://quoteinvestigator.com/2014/05/04/adapt
[3] Raad voor Cultuur (2005). Mediawijsheid: de ontwikkeling van een nieuw burgerschap. Den Haag: Raad voor Cultuur.
[4] Koning, P. (2015). Mediawijsheid in de klas. ’s-Hertogenbosch: School voor de toekomst.