Wat zijn leerderskenmerken van de MBO student (deel 2)?
In mijn post op 14 september: ‘Wat zijn de leerderskenmerken van de MBO student‘ deelde ik mij verbazing dat er nauwelijks onderzoek gedaan lijkt te zijn naar de MBO-student. Ik ging in op de reactie van Pieter Baay op mijn #dtv-oproep via Twitter en de door hem getipte documenten.
Parallel aan mijn #dtv-oproep heb ik via LinkedIN contact gezocht met Coen Free, voormalig voorzitter College van Bestuur van ons college, met de vraag naar de herkomst en het mogen delen van de leerderskenmerken zoals in 2003 genoemd stonden in onze strategische kadernotitie 2003-2007.
Bij dezen de bijlage met de leerderskenmerken:
Leerderskenmerken Bol-1 en Bol-2
Bol-1 en Bol-2 studenten kennen de volgende leerderskenmerken:
- Wil nog niet gaan werken, is nog vaak “speels”;
- Is praktisch ingesteld, leert door “doen”;
- Vraagt veel aandacht, is gauw afgeleid en ongedurig;
- Is zeer gevoelig voor sfeer en voor “de groep”;
- Heeft vaak problemen met taal en/of rekenen;
- Sociale en communicatieve vaardigheden moeten ontwikkeld worden;
- Moet veel succeservaringen hebben om gemotiveerd te raken en te blijven;
- Heeft veel behoefte aan structuur en regelmaat;
- Moet een goede relatie hebben met de docenten om te willen/kunnen presteren;
- Is vaak faalangstig en heeft moeite met zich te “gedragen”;
- Moet voortdurend uitgedaagd worden;
- Houdt van afwisseling;
- Ontleent identiteit aan “zinvolle” dingen doen;
- Niveau 2 is veelal eindniveau.
Leerderskenmerken Bol-3 en Bol-4
Bol-3 en Bol-4 studenten kennen de volgende leerderskenmerken:
- Studie is het hoofddoel en wordt betaald door de ouders;
- Wil studiefinanciering en een OV-jaarkaart;
- Wil nog niet gaan werken, 50% studeert door op HBO;
- Heeft baantje om “extra dingen” te kunnen bekostigen;
- Houdt van afwisseling, uitdaging en plezier;
- Is calculerend, ondernemend, zelfbewust en zelfstandig;
- Is gefocust op leeftijdsgenoten; verkeert in groepen van wisselende samenstelling en past gedrag erop aan (aanzien is in de zogenaamde peergroep uitermate belangrijk);
- Heeft nog geen duidelijk beroepsbeeld; kiest op “leuke opleiding”;
- BPV is (veel meer dan de vroegere stage) een serieuze en diepgaande kennismaking met het beroep/beroepenveld;
- School vervult sociaal gezien, een belangrijke functie in groei naar volwassenheid (school is een houvast).
Een deel van de kenmerken zijn terug te vinden in het het onderzoek: Kenmerkend MBO van Hiteq.