Spraakverwarring: ELO, PLE, VLE, LMS, LCMS en TMS?! #dtv #durftevragen
In de wereld van digitale leeromgevingen worden een groot aantal termen gebruikt. Regelmatig levert dat spraakverwarring op. Althans dat merk ik in gesprekken met collega’s: Wat is nu wat?
In deze blogpost poog ik (voor mezelf) een en ander op een rijtje te krijgen. En stap-voor-stap met hulp van anderen een compleet plaatje te maken. Wie helpt met aanvullen?
Wat betekenen de afkortingen?
ELO: Electronic Learning Environment
PLE: Personal Learning Environment
VLE: Virtual Learning Environment
LMS: Learning Management System of LCMS: Learning Content Magement System
TMS: Talent Management Suite of Talent Management System
Wat is nu wat?
In 2008 heb ik een verslag gemaakt van een bijeenkomst over de toekomst van Electronische leeromgevingen tijdens het EFODL congres: De toekomst van E-learning volgens Fronter. In deZE bijeenkomst werd m.i. een duidelijke lijn geschetst waarbij vanuit functionaliteit gekeken wordt naar (door)ontwikkeling van digitale leeromgevingen:
- 1ste generatie – statische webpagina’s met lesmateriaal (bijvoorbeeld door een docent zelf gebouwd in FrontPage).
- 2e generatie – content management system (CMS) om met een aantal docenten lesmateriaal eenvoudig te ontwikkelen en ter beschikking te stellen (LMS of LCMS).
- 3e generatie – betreft de 2de generatie inclusief portfolio en mogelijkheden tot samenwerking en studievoortgang waarmee de digitale leeromgeving persoonlijk wordt, oftewel: PLE.
- 4e generatie – integratie van Web 2.0 mogelijkheden aan de 3e generatie.
- 5e generatie – ondersteuning van Life Long Learning waarbij 4e generatie omgeving onafhankelijk wordt van bij wie je leert. Jouw leerproces wordt zeg maar ondersteund van basisschool via middelbare school tot beroepsonderwijs en al het onderwijs tijdens je werkzame leven.
Ik denk dat bovenstaande kijk helpt om met elkaar vast te stellen waar je het over hebt en zo spraakverwarring te voorkomen. In dit rijtje zijn concepten als badges (via gamification) nog niet meegenomen.
De markt van digitale leeromgevingen
Op Wikipedia staat een uitgebreid artikel over LMS waarin tevens een aantal leveranciers genoemd worden:
In the relatively new LMS market, commercial vendors for corporate and education applications range from new entrants to those that entered the market in the nineties. In addition to commercial packages, many open source solutions are available.
In the higher education market as of fall 2013, Blackboard is the leading provider with 41% market share, with Moodle (23%), Desire2Learn (11%) and Vclassrooming being the next three largest providers.[8] In the corporate market, the six largest LMS providers constitute approximately 50% of the market, with SuccessFactors Learning, Saba Software, Voniz Inc and Sumtotal Systems being the four largest providers.
In bovenstaande tekst worden een aantal producten genoemd die veel gebruikt worden binnen het hoger onderwijs:
- Blakckboard
- Moodle
- Desire2Learn
- Vclassrooming
Hoe zit dit echter voor het beroepsonderwijs (in Nederland)? Ik weet dat natschool veel gebruikt wordt (zoals ook bij het Koning Willem I College), echter zie ik ook ontwikkelingen van digitale leeromgevingen die door branches gemaakt edn gevuld worden, zoals voor Mobiliteit & Logistiek.
We gaan naar Personal Learning Environments toe, aldus het trendrapport van Kennisnet (2014). ELO is eigenlijk al gedateerd. VLE nog niet. LMS ook niet, maar is wel een hele algemene term. Bij TMS kan ik mij nog niet zo veel voorstellen. Wie helpt?
Bij TMS (Talent Management System) lees ik dat de hele cyclus binnen een bedrijf wordt ondersteund: recruitment; performance management; learning and development; and compensation management.