Leergang LDM: Examenopdracht 1 (Reflectieverslag)

[under construction]

In onderstaande uitwerking geef ik invulling aan examenopdracht 1 van de Leergang LDM. In examenopdracht 1 moet je een les verzorgen. Deze wordt beoordeeld door de trainer. De les heb ik gegeven en de feedback (zie hier bijlage 1) heb ik gekregen van de trainer. Als afsluiting maak je een reflectieverslag van deze les. In deze post werk ik het reflectieverslag uit.

Tops van deze les
Zelf geef ik me onderstaande tops:

  • Gebruik van Socrative bij de start van de les, zodat iedere student weet wat hij wel/niet weet en hierdoor gemotiveerder in de les meedoet.
  • Studenten aan het werk/denken te zetten tijdens het onderwijsleergesprek op basis van Socrative.
  • Eenvoudige manier van uitleg van de rechten op het niveau van filesharing, webserver of ftp-server, en het niveau van NTFS.
  • Combineren van theorie en praktijk (demonstratie).
  • Experimenteren met “wat heb je geleerd?”-geeltjes aan het einde van de les.

Van de trainer heb ik de volgende tops gekregen:

  • Wat ik heel positief vind, is jouw benadering van leerlingen. Vanuit een positieve, respectvolle houding. Complimenten!
  • Ook heel positief: je bent regelmatig bezig met het aantonen van nut en meerwaarde en het neerzetten van de structuur (“kortom”, “samengevat”) => ook schema opbouw is daarbij verduidelijkend.

Tips van deze les

Zelf geef ik me onderstaande tips:

  • Alle studenten blijven betrekken bij de uitleg.
  • Alle studenten aan het werk houden tijdens het “zelf aan de slag”-zijn.
  • Onthouden van de namen van alle studenten.

Van de trainer heb ik de volgende tips gekregen:

  • Je zou bij het bespreken van de antwoorden bij Socrative meer door de leerlingen kunnen laten doen (de uitleg). Waarom denk jij dat het zo is? Dit geldt ook voor de vragen die de leerlingen stellen => doorspelen. Socrative met nabespreking duurt ook 45 minuten. Da’s best lang.
  • Het is weinig activerend. Ik kan moeilijk beoordelen hoe gevarieerd het is, want hun werk is natuurlijk achter de computer, dus daarbinnen zou hun variatie kunnen zitten. Ik vind echter overall wel dat ze deze les weinig geactiveerd worden.

Als ik naar de tops en tips van mezelf en de trainer kijk en de observatiecriteria dan heb ik overall een goed gevoel over deze les en de lessen die ik geef op de ICT-Academie. Mijn kracht ligt in een combinatie van het maken van echt contact met de studenten, vanuit echte vakinhoud een boeiende les te verzorgen en verantwoordelijkheid stapsgewijs over te dragen aan de studenten.

Het maken van echt contact doe ik door: empathisch te zijn, de leerlingen te erkennen, authentiek te zijn, actief te luisteren, me aan gemaakte afspraken te houden, er representatief uit te zien, met zelfvertrouwen voor de groep te staan, erkenning te geven bij ervaren onrecht, sarcasme gebruik ik niet, altijd positief de studenten te benaderen, humor te gebruiken en geloof te hebben in het kunnen van de studenten en dit te benoemen.

Het geven van een boeiende les doe ik door: enthousiasme uit te stralen, altijd alles netjes in orde hebben, aan te haken bij de interesses van de studenten, te putten uit de praktijk, variatie aan te brengen in de les, meerwaarde en nut aan te tonen van de lesstof, vanuit taal van de leerling te communiceren, korte heldere instructie te geven, zowel bord (met bewust gebruik van de kleuren: zwart, blauw, groen en rood), beamer en gesprek te gebruiken tijdens de lessen, een samenvatting te geven van de belangrijkste zaken, altijd voorkennis te activeren, feedback te geven tijdens lessen en na toetsen zowel klassikaal als individueel, voorbeelden uit de praktijk te gebruiken, studenten te activeren, mijn vakkennis op orde te hebben en de opbouw van de les vooraf te melden (ook kijk ik elke week vooruit op de week en eind van de week terug op de week).

Het stapsgewijs overdragen van verantwoordelijkheid naar de studenten doe ik door: in taalgebruik dit te benadrukken, bijvoorbeeld door een vraag van de student: het werkt niet? te beantwoorden met een wedervraag: wat werkt er niet?, wat heb je al aan stappen ondernomen om het probleem zelf op te lossen? en wie heb je uit de klas al gevraagd om te helpen?. Waar dat echt nodig is, help ik natuurlijk wel.

Op een of andere manier vind ik het erg lastig om in korte tijd alle namen van de studenten te onthouden. Ik weet dat het belangrijk is om studenten ook met hun naam aan te spreken, omdat dit het gevoel van ik wordt gezien geeft. Zowel in het contact: ik ben de moeite waard, als in het aanspreken van studenten op negatief gedrag. Natuurlijk onthoud ik van een deel van de studenten de naam na een tijdje, maar merk ik ook dat sommige namen maar niet willen blijven hangen. Het herkennen van de naam op papier in de aanwezigheidslijst en het aanvinken of de student er wel/niet is gaat makkelijker, dan in het moment een student op naam een vraag stellen tijdens een uitleg. Als ik studenten een half jaar niet gezien heb, begint het proces bijna van voor af aan met het onthouden. Al komen de namen sneller terug. Dit blijft een punt van aandacht voor mezelf.

Een lastig punt vind ik het blijven betrekken van alle leerlingen bij de uitleg en het aan de slag houden van alle studenten tijdens het “zelf aan de slag”-zijn. In het algemeen en in deze les. Het gros van de klas doet goed en actief mee in deze les. Tijdens de les heb ik een aantal maal studenten (soms buiten beeld) aangesproken op het erbij blijven. Bij het terugzien van de video zie ik dat een van de studenten soms even iets anders aan het doen is op zijn laptop dan aantekeningen maken. In deze les herken ik bovenstaande, maar ook in het algemeen.

Een aantal gedachten komen rondom deze “problematiek” in me op.

Buiten-mezelf en onveranderbaar:
Een deel van de studenten in deze klas (en de andere twee 2de jaars klassen) zit in cohort 2011. En ander deel in 2012. Het deel dat in 2011 zit heeft geen kennisexamen, het deel in 2012 heeft dat wel. Dit maakt dat een deel van het doel van de les niet voor alle studenten een doel is. De reden van deze mix is dat één van de drie klassen hiervoor lastig gedrag vertoonde. Door de klassen te herverdelen is in het totaal en beter situatie ontstaan. Echter, heb ik hier wel mee te maken in deze les.

In algemene zin speelt dit ook in de 1e jaars klas, omdat hier studenten zitten die al een keuze gemaakt hebben voor een andere opleiding, maar nog niet kunnen beginnen. Ook zitten hier studenten die hun studiepunten dit jaar niet meer kunnen halen. Dit demotiveert ze. Dit laatste probleem heb ik ingebracht bij de taakgroep: formatieve toetsen.

Buiten-mezelf en veranderbaar:
Door studenten te leren steeds meer eigen verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leren probeer ik invloed uit oefenen. Ik doe dit door regelmatig te in gesprek te gaan over “geitenpaadjes die snelwegen moeten worden”, “een huis bouwen op een fundering van 5,5-en” en “inzet = resultaat”. Zeker in de nabespreking van toetsen ga ik niet alleen in op de inhoud, maar ook op het verband tussen werken in de les en het behalen van resultaat. Als ik gedrag zie dat niet effectief is zal ik dat altijd benoemen om zo invloed uit te oefenen.

Binnen-mezelf en onveranderbaar:
In deze situatie en in het algemeen kan ik met deze kijk niet veel (voor mezelf), want willen is kunnen.

Binnen-mezelf en veranderbaar:
Ik ben erg kritisch op mezelf en wil altijd 100% effect scoren in een les. Als dit niet lukt, dan baal ik hiervan. Vanuit de behoefte aan autonomie weet ik dat je als docent er niet steeds bovenop (tijdens zelfwerkzaamheid) moet zitten, omdat dit een gevoel van onveiligheid kan geven. Even iets anders doen doet recht aan autonomie en geeft hersteltijd om daarna weer aan de slag te gaan. Echter, blijft het vaak niet bij 5 minuten iets anders doen.

In algemene zin geldt hier ook nog de problematiek van “verkeerde studiekeuze” en het “niet behalen van studiepunten” bij de 1e jaars. En het risico dat deze studenten de andere studenten negatief beïnvloeden.

Ik worstel enerzijds tussen mijn eigen kritische houding en de behoefte om er “dichter bovenop te willen zitten” om zo 100% effect te scoren. Anderzijds zie ik dat er buiten-mezelf andere invloeden zijn zoals “verkeerde studiekeuze” en het “niet behalen van studiepunten” en wil ik recht doen aan autonomie. Ten slotte weet ik ook dat dit een proces van lange adem is en niet binnen een paar lessen geregeld is. Het meer en meer de verantwoordelijkheid kunnen nemen voor het eigen leren door de studenten kost veel tijd. Dat veel tijd kosten vergt van mij ook geduld en blijven focussen op de langere termijn. Dat vind ik soms lastig.