Leergang Meervoudige Intelligenties: reflectieverslag

Zoals ik in een eerdere blogpost schreef ben ik gestart met de Leergang Meervoudige Intelligentie op het Koning Willem I College om mijn didactische koffer te verrijken, zodat ik meer recht doe aan verschillende manier van leren van mijn studenten.

In opdracht 5 moet een reflectieverslag maken waarin ik antwoord geef op de volgende vragen:

  1. wat dacht u te gaan leren;
  2. wat heeft u daadwerkelijk geleerd;
  3. hoe u het geleerde heeft geleerd;
  4. wat u in het vervolg anders of bewuster ga aanpakken;
  5. wat u vanuit deze leergang in de toekomst in andere situaties gaat toepassen.

Als aanloop naar dit reflectieverslag heb ik een negental post geschreven waarin ik steeds terugblikte op de gevolgende twee-daagse en de opdrachten uitgewerkt heb. De posts zijn allemaal geplaatst onder de categorie Leergang MI.

Wat dacht u te gaan leren
De aanleiding voor mijn last-minute inschrijving voor de Leergang MI heeft te maken met het afdelingsuitje van de Academie voor Teaching and Learning waar in een tussenmoment door Imre Mutsaers en Ingrid van Sebille een tweetal oefeningen gedaan werden vanuit de Leergang MI. De eerste oefening was een soort van theatersport-opdracht waarbij je met elkaar een scene moest spelen die vanuit de groep zelf bedacht was: strand, man en vrouw, strandhuisje, … De tweede oefening was met de ruggen tegen elkaar gaan staan en met de ogen dicht de ander beschrijven: wel/geen bril, broek of rok, groen of blauwe rok, … Deze oefeningen waren voor mij zo inspirerend en anders dan ik tot nu toe ervaren heb ik trainingen dat mijn enthousiasme en nieuwsgierigheid meteen gewekt werd. Met name de totaal andere invalshoek van de oefeningen maakte dat ik me vreselijk moest inspannen om los te komen van mezelf. “Mijn creativiteit laten stromen” en “angst” (is dat niet stom) wisselden elkaar in een razend tempo af in mezelf. Ik leer graag van andere invalshoeken en spring graag in het diepe. Daarnaast heb ik het nodig om zaken concreet toe te kunnen passen in mijn onderwijspraktijk. Dat was precies mijn verwachting vooraf van de leergang:

andere invalshoeken ontdekken, deze leren toepassen in mijn eigen onderwijs, en in het diepe springen.

Concretere SMART-leerdoelen had ik vooraf niet.

Wat heeft u daadwerkelijk geleerd en Hoe u het geleerde heeft geleerd
Het ontdekken van andere invalshoeken, deze leren toepassen in mijn eigen onderwijs, en in het diepe springen is allemaal gebeurd. Met veel plezier ben ik gesprongen. Nu (achteraf) weet ik dat het in het diepe springen stretchen heet.

1278165060_a178fbc223_z

[bron: Midwest Mike, Flickr]

Voor mij zit de grootste leerwinst dan ook in het stretchen tijdens de training. Ik heb gestretched op het toepassen van de natuurlijke intelligentie. Het ordenen is iets wat ik in de lessen toe nu toe niet gebruikte. In opdracht 2 heb ik dit toegepast bij studenten van de ICT-Academie. Door met elkaar de stappen op het bord te zetten, deze vervolgens in de goede volgorde te zetten en hierover met elkaar in gesprek te gaan (waarom moet stap x voor stap y?) ontstaat er een actieve werkhouding bij de studenten en is er interactie waar van elkaar geleerd mag worden.

Mijn grootste stretch-moment was in opdracht 1 het toepassen van de 7 principes van een rijke leeromgeving. In mijn reflectie hierop schrijf ik:

Ik heb geleerd dat het lesgeven vanuit een vreemde startvraag: “Wat is de overeenkomst tussen Pieter Post en het Internet?” en het tonen van de intro van Pieter Post daadwerkelijk een positieve houding geeft om te leren. Het “He, wat?” effect (principe 1) is duidelijk zichtbaar in de klas. Doordat studenten met elkaar op zoek gaan naar het antwoord op de diverse vragen die ik gesteld heb, zijn alle studenten actief bezig met elkaar om het antwoord op de vraag te ontdekken (principe 2) en dus aan het leren. Het gebruik van video, geluid, visuele powerpoint slides met huizen, laptops, brieven, et cetera (principe 3) maakt het geheel heel aanschouwelijk voor alle studenten. Hierdoor komt de samenhang (principe 4) tussen de verschillende onderdelen (huizen, Pieter Post, brieven en het postsorteercentrum) beter tot zijn recht.

Wat ik (besef ik me nu) niet beschreven heb is de “angst” die ik ervoer om de les te gaan geven. Doordat de aanpak zo buiten mijn comfort zone lag, en ik dus niet op eerdere ervaringen kon bouwen, was ik best zenuwachtig. Het voelde als een erop op eronder situatie?! Maar, zoals ik eerder al beschreef: ik spring graag (en laat me dan niet weerhouden door angst). Deze ervaring was erg positief voor mij.

Een ander stretch-moment voor mij was het zingen in de 3 uur durende muziek-workshop aan het eind van de eerste 2-daagse.

Naast stretchen was er ook ruimte voor matchen en vieren. De theoretische onderbouwing van alles principes matchen aan mijn behoefte om dingen te kunnen (be)grijpen en te onderbouwen. Vanuit het bezoek aan de MI-school blijven met name de klassenbouwers en teambouwers hangen en matchen met mijn opvatting over echt contact tussen docent en student, maar ook tussen studenten onderling. Ook de oefening in het bos met Jan van Gemert was een match. Ik vond het bijzonder om te ervaren dat mijn handen veel gevoeliger werden (iedere vezelf kon ik voelen van het touw). Ook mijn voeten werden gevoeliger (ik voelde de oneffenheid in de bodem, harde of zachte bodem, …). Mijn oren werden selectiever. Ik hoorde geen geluiden in de verte, maar kon wel horen of ik in een dicht beboste gedeelte of minder bebost gedeelte zat. Mooie ervaring!

Wat u in het vervolg anders of bewuster ga aanpakken en Wat u vanuit deze leergang in de toekomst in andere situaties gaat toepassen
Ik ga als vervolg op de Pieter Post les op zoek naar mogelijkheden in andere lessen om leerlingen actiever zelf op zoek te laten gaan naar de theorie achter belangrijke onderwerpen. Daarnaast ga ik nog meer met ordening doen in de lessen, zodat het stappenplan (de eerste stap bij het beheersen van een vaardigheid) echt zelf ontdekt worden.

Daarnaast heeft principe 7 de balans tussen angst en uitdaging: autonomie, verbondenheid en competentie me sterk bewust gemaakt. Met name als analyse van situaties waarin motivatie er niet is in mijn eigen klassen of mogelijk als instrument bij vergaderingen over anderen lessen/klassen (of bij BCL).

Het in kaart brengen van de voorkeursintelligenties van de klas heeft ook een inzicht gegeven. In dit geval dat mijn inschatting niet 100% klopt. Het grove plaatje klopt, echter een lage score op visueel-ruimtelijk was een eye opener. Zeker omdat ik in mijn lessen veel met plaatjes en schema’s werk.

Tot slot
In dit reflectieverslag heb ik de grootste leermomenten benoemd, echter in mijn posts onder de categorie Leergang MI staan meer leermomenten benoemt. Voor mij is deze leergang zeer waardevol geweest: ik heb andere invalshoeken ontdekt, deze (deels) leren toepassen in mijn praktijk door in het diepe te springen. Ik besef met dat de eerste stapjes op de MI-reis pas net gezet zijn.