Verslag Masterclass over Het nieuwe Pesten bij de Nationale Academie voor Media & Maatschappij

Afgelopen donderdag heb ik bij de Nationale Academie voor Media & Maatschappij een Masterclass over Het nieuwe Pesten gevolgd. Samen met een zeer diverse groep uit het onderwijsveld hebben we onder leiding van Bamber Delver de diverse aspecten van het nieuwe pesten onder de loupe genomen.

Overeenkomsten en verschillen
Tussen het oude en nieuwe pesten zijn overeenkomsten:

het opzettelijk kwetsen van andere individuen en de ongelijke machtsverhouding.

en een aantal verschillen:

  1. computerkennis speelt een belangrijke rol – waar vroeger de fysiek of verbaal sterkere een machtspositie had, is dat nu diegene met veel computerkennis;
  2. pesten kan anoniem – door slim gebruik te maken van het internet is anoniem pesten mogelijk, waardoor de drempel om te gaan pesten lager is;
  3. bereik van pesten groot – door het internet is een groot publiek beschikbaar om een ander in een negatief daglicht te zetten;
  4. vernedering is voor “altijd” – doordat op internet het bijna onmogelijk is om materiaal weg te halen, is de vernedering voor altijd;
  5. pesten dringt door in het privé leven – waar vroeger het pesten vooral in de publieke omgeving plaatsvond, dringt via het internet dit door tot in het huis van de gepeste.
  6. de pester ziet de impact van het pesten niet – bij het nieuwe pesten is het lastiger om in te schatten wat de impact is van hetgeen de ander aangedaan wordt, omdat men elkaar niet “ziet”.
Verschillende soorten van pesten
In de masterclass kwamen zes vormen van pesten aan bod:
  1. fysiek digitaal pesten – bijvoorbeeld het hacken en inbreken in computersystemen van een ander om informatie te stelen, wachtwoorden te wijzigen en schade aan te richten in de computer van een ander;
  2. verbaal digitaal pesten – bijvoorbeeld het sturen van boodschappen naar een ander met suggestieve sexuele boodschappen of pogingen tot afpersing;
  3. non verbaal digitaal pesten – bijvoorbeeld het verspreiden en doorsturen van pornografische, bedreigend en choquerende beelden, foto’s of cartoons. Hieronder valt ook het negatief bewerken van foto’s van een ander;
  4. outing – geheime of genante informatie over een ander wordt verspreid;
  5. masquerade – de pestkop neemt de identiteit van de ander (gepeste) aan en laat deze zo negatieve uitspraken doen. Hierdoor ontstaat een negatief beeld van die ander;
  6. identity fluidity – de pestkop neemt de identiteit van een bekende van de gepeste aan om deze zo te misleiden en vertrouwelijke informatie te onthullen.

In de masterclass wordt het voorbeeld genoemd van een ruzie tussen Ryan Babel en een twitterende jongen (@_LORENSS). De verwijten gaan over een weer. De gegevens van de twitterende jongen worden achterhaald en open en bloot op het internet gezet. Duizenden mensen retweeten en reageren. De “internetmachine” is op gang gebracht en niet meer te stoppen. Bij het schrijven van deze post heb ik gepoogd om de tweets te achterhalen, echter heeft de twitterende jongen zijn tweets afgeschermd. Verstandig!

Dynamiek van het huidige internet
In het tweede deel komt de dynamiek van het huidige internet aan bod: de WIFI-generatie, het overal en altijd online kunnen zijn via pc, tablet, smartphone, TV, etc. De ontwikkelingen gaan razendsnel zoals blijkt uit het voorbeeld van Google Glasses. Doordat sociale media steeds meer aan elkaar gekoppeld worden is het beheren van je privacy steeds lastiger aan het worden.

Voor scholen levert dit een aantal uitdagingen:

  • De school is een “glazen huis” – alles wat binnen school gebeurt kan op het internet terecht komen. Studenten kunnen lessen filmen, via twitter reageren op zaken die binnen school gebeuren, etc.
  • De digitale generatie kloof tussen studenten / docenten – het verschil het gebruik van mobiele apparatuur en sociale media tussen studenten en docenten zorgt voor een generatie kloof.

De hamvraag is: Hoe ga je hier als school mee om?

Uit de discussies distilleer ik dat het er vooral om gaat om als docent echt contact te maken met de studenten: herkennen en erkennen van de verschillen en geïnteresseerd naar deze verschillen kunnen kijken. Vooral niet afwijzen en uitspraken doen dat je niet begrijpt dat ze bijvoorbeeld Facebook gebruiken om van alles op te zetten. Vanuit deze basishouding van de docent ontstaat er een basis waardoor er bij problemen ook aangeklopt zou kunnen worden bij de docent. Uit onderzoek van de UVA blijkt dat slechts in 23% van de gevallen met docenten contact gezocht wordt bij cyberpesten. Dit omdat de basishouding vaak ontbreekt.

Hoe ga je om met het nieuwe pesten?
De in de masterclass wordt een stappenplan gepresenteerd:

  1. Preventie – door aandacht te besteden aan Mediawijsheid en pesten binnen de school het voorkomen van nieuwe pesten. De enige methode die het best onderbouwd lijkt is de Prima Methode.
  2. Interventie – meteen ingrijpen bij pesten waarbij zowel aandacht besteed wordt aan de pester en de gepeste.
  3. Reactie – reageer helder en duidelijke door hetgeen wat er gebeurd is te benoemen en welke maatregelen er genomen zijn naar alle betrokkenen.

De masterclass heb ik als zeer waardevol ervaren. Het is daarom niet mogelijk om in deze blogpost een uitputtend en compleet beeld te schetsen. De interactie onderling in de groep op basis van de basishouding van Bamber Delver (herkennen en erkennen van de verschillen en geïnteresseerd naar deze verschillen kunnen kijken; practice what you preach) maken dat de masterclass een zeer intensieve en waardevolle ervaring voor mij is geweest.