Mythbusting media: expert tips and techniques using social media and digital media #edu12 #edusocmedia
De eerste dag van de Educause 2012 begint met een pre conference seminar over sociale media en digitale media. Sprekers zijn o.a. Shannon Ritter van Pennsylvania State University, Tonya Oaks Smith (@marleysmom) en Eric Stoller (@ericstoller).
De setting van de seminar is informeel met elkaar ervaringen uitwisselen. Tijdens de sessie worden via Google Hangout experts toegevoegd aan de groep. Leuk: practice what you preache 😉 Iedere 15 minuten komen experts voor 10 minuten aan het woord en daarna 5 minuten q&a.
De sessie start met een erg leuke introductie waarbij iedereen zich traditioneel voorstelt aan elkaar maar daarnaast ook vertelt hoe je favoriete ontbijt eruit ziet. Zo vergeet je elkaar niet meer.
De volgende do’s and don’ts komen aan bod:
- Video has to be professional – de eerste mythe die doorgeprikt wordt is dat een video die studenten maken professioneel moeten zijn. Er volgt een voorbeeld van iemand die een interessante video gemaakt heeft met een duidelijke boodschap.
- No one cares what you have for breakfast – de is geen mythe, echter een waarheid. Als je iets op sociale media zet, dan moet dat voor een ander interessant zijn, want anders wordt je ontvolgt.
- Waste of Time – vaak wordt gezegd dat het gebruik van sociale media een tijdsverspilling is. Deze drempel voorkomt dat je gaat ervaren wat het zou kunnen betekenen voor jezelf. Vaak is de start het luisteren naar anderen, en mogelijk daarna zelf actief informatie gaan toevoegen.
- Social Media takes an enormous amount of time – deze mythe wordt doorgeprikt doordat je zelf bepaalt wat je er wel/niet meedoet. Door het gebruik van time boxing kun je de tijd die je besteedt effectief inzetten. Maximaal 10 minuten per dag twitter levert al veel op. Het schrijven van een post kan in 15 minuten. Daarnaast zijn er diverse tools die je tijd besparen zoals Tweetdeck en Hootsuite.
- You have to separate your private and public identity – deze mythe wordt doorgeprikt doordat je zelf het merk bent van jezelf en je organisatie. Deze uitspraak werd gedaan door de director of marketing van een grote schoolorganisatie in de VS.
- FERPA heeft niks te maken met sociale media – in de VS is er wetgeving over wat wel en niet gedeeld mag worden van een student (FERPA). De wetgeving zegt niks over de manier van delen, dus wat niet mag mag ook niet op sociale media.
- Digital Natives and Digital Immigrants – is niet waar, want heeft niets met leeftijd te maken. Daarnaast plaatsen veel zogenaamde Digital Natives allerlei berichten die niet slim zijn om te publiceren. De spreker vindt de term Digital Wisdom veel beter.
- Our students aren’t using it so we don’t use it – als studenten iets niet gebruiken dan wil dat niet zeggen dat je het niet moet aanleren. Ze leren hierdoor generieke vaardigheden die ze kunnen gebruiken in andere tools. Je bouwt zo aan Digital Wisdom.
- E-mail is death – door sociale media is e-mail ten dode opgeschreven. Dit wordt vaak beweerd. Het probleem zit hem niet in e-mail maar in de manier waarop scholen e-mails schrijven.
- You shouldn’t be on social media because they will talk negative about me – een mythe, want ze zullen dat toch wel doen. Je kunt er dan beter op tijd bij zijn door sociale media te scannen. Daarnaast kun je groepen opbouwen die je school positief zien en zo kunnen reageren op negatieve geluiden.
- Social media is no community – sociale media gaat juist over community. In het verhaal van een docent die zelf online een studie heeft gevolgd wordt duidelijk dat er weldegelijk community-gevoel ontstaat tussen mensen die ver uit elkaar wonen. Na de opleiding blijven de contacten bestaan en leveren meerwaarde in het verdere leren na de opleiding. Zeker in de VS zijn afstanden een issue. Vaak is reizen om een opleiding te volgen niet mogelijk. Via sociale media is het mogelijk om geïsoleerde leerlingen met elkaar te verbinden.
Tijdens de sessie wordt een onderzoek aangehaald over het gebruik van Twitter in de les. Het gebruik van Twitter als backchannel blijkt amper invloed te hebben op het leren. Het gebruik van Twitter om na de les de discussie voort te zetten heeft veel meer invloed op het leren.
Tijdens de sessie zijn een aantal Google Hangouts gebruikt om met experts uit het veld te communiceren. Eentje was er lastig te volgen vanwege beperkte bandbreedte en veel achtergrondgeluiden. De mevrouw in kwestie zat op het vliegveld in Detroit.
Tijdens de sessie heb ik de vraag gesteld of “Get out of my Facebook” een mythe is. Een van de sprekers geeft aan dat ze het verschil tussen privé en zakelijk niet ervaart een student. Voor haar is de mythe dus een echte mythe. Natuurlijk heb je het hier over een ander type student dan op een ROC: volwassen, werkend, … In een andere reactie wordt het issue van privacy genoemd. Bij online discussie vinden sommige studenten het niet prettig als dat openlijk online plaatsvindt. Door het gebruik van een Facebook groep kun je binnen de huidige privé sociale media tools toch privacy garanderen. In een andere reactie wordt verteld dat een docent vooraf met de studenten bespreekt wat ze van elkaar verwachten van het gebruik van sociale media. Wat gebruiken we wel/niet? Hoe gebruiken we het tool? Wat spreken we af dat wat/niet mag? Etc. Op deze manier creëer je bewustwording en draagvlak voor het gebruik. Verder op in de sessie komt het onderwerp nog een keer terug. Vanuit ervaring vanuit de groep zijn er zowel scholen die eigen social media tools inbouwen in hun ELO. Andere scholen gebruiken bestaande tools zoals Facebook en Twitter. De tip is om studenten en docenten zelf te laten kiezen. Een docent maakt een Facebook groep en geeft studenten de keuze. Op die manier hebben studenten de keus. Een nadeel van eigen tools is dat er weer een account moet aangemaakt worden. Dit geeft ook weerstand. Daarnaast worden de schoolaccounts dan amper gebruikt. Een issue dat nog niet uitgekristalliseerd is.
De slides van Tonya Oaks Smith staan op slideshare.