Sociaal, bevlogen en energiek de kernwoorden bij Alumnibijeenkomst Beroepscomponent Leerkracht georganiseerd door het Center for Teaching and Learning
Op dinsdag 7 juni 2011 verzamelden zo’n 25 oud-deelnemers van de Beroepscomponent Leerkracht zich op het Koning Willem I College in Den Bosch om elkaar (weer)te ontmoeten en kennis en ervaring uit wisselen.
De Beroepscomponent Leerkracht is bedoeld voor zij-instromers of docenten in opleiding met betrekking tot de pedagogische en didactische aspecten van het docentschap. Dit opleidingstraject wordt in samenwerking met Fontys Lerarenopleidingen gegeven.
De lichting Beroepscomponent Leerkracht 2010-2011 is alweer de 8ste groep die met veel bevlogenheid en energie zich in het docentschap op het MBO geworpen heeft. “Reden om na 8 jaar een Alumnibijeenkomst te organiseren in het teken van Degelijk leraarschap”, aldus de huidige trainers Hans Schaepkens, Imre Mutsaers en Patrick Koning van het CTL en oud-trainer Juul Willen.
De uitnodiging voor de Alumnibijeenkomst bevatte eveneens het verzoek om deel te nemen aan een enquête. De deelnemers gaven gemiddeld een 7,9 als cijfer voor de opleiding. Waarbij grote waardering uitgesproken werd voor de specifieke invulling van het MBO-karakter in de opleiding.
Opvallend is dat de deelnemers van de enquête hun keuze om over te stappen naar het onderwijs als een erg goede keuze ervaren:
“Zou het zo weer overdoen!”
“Een geweldige beslissing!”
“Beste keuze ooit!”
De resultaten van de enquête werden gepresenteerd door Hans Schaepkens en vervolgens is op basis van de volgende stellingen met elkaar gediscussieerd over degelijk leraarschap:
- Een zij-instromer krijgt zijn bevoegdheid cadeau en zal nooit de kwaliteit evenaren van een via de lerarenopleiding opgeleide docent.
- Het maakt niet uit aan welke leerling je lesgeeft (VO of MBO): didactiek is didactiek en pedagogiek is pedagogiek.
- Slecht functionerende docenten hebben geen netwerk OF scholen die geen netwerkmogelijkheden bieden voor docenten dragen ertoe bij dat ze slecht functioneren.
De reacties op de stellingen werden in Mindmeister direct digitaal uitgewerkt en geprojecteerd in de zaal. Zie hier de uitwerking van de reacties.
Vanuit de actualiteit werd vervolgens door Patrick Koning ingegaan op het gebruik van social media in het klaslokaal. Immers is vorige week zond zelfs het NOS journaal de resultaten van een onderzoek hierover uit.
Het onderzoek noemt onder andere de naïviteit van het onderwijs de oorzaak van de problemen:
Volgens Liesbeth Hop, woordvoerster van de Academie voor Media en Maatschappij, begint het probleem al bij de naïviteit van het Nederlandse onderwijs: “Ze zijn onvoldoende op de hoogte van de mogelijkheden van de huidige mobieltjes en smartphones”, zegt ze.
Op basis van de Social Media Bingo is met elkaar het landschap van social media verkend met als doel te leren wat de mogelijkheden van social media zouden kunnen zijn in het klaslokaal.
De deelnemers werd gevraagd om een kruisje te zetten in het vakje waarvan ze het icoontje herkennen. Bij een horizontale of verticale bingo roept men bingo. Om een geldige bingo toegewezen te krijgen, moet je uit kunnen leggen wat het icoontje voorstelt en wat de functionaliteit van de site is. Natuurlijk waren er voor de eerst horizontale en verticale bingo prijzen te vergeven.
Opvallend is het enthousiasme van de deelnemers om meer te willen leren over social media en naast het waakzaam zijn voor mogelijke bedreigingen voor het leerproces ook te kijken naar de mogelijkheden voor het leerproces. Om zo een mooie balans te vinden in het gebruik van technologie in het klaslokaal.
Vervolgens is in drie subgroepen met elkaar Best Practices uitgewisseld over klassenmanagement, didactische vraagstukken en begeleidingsvraagstukken. Dit onder begeleiding van de Hans Schaepkens, Imre Mutsaers en Patrick Koning.
Met een borrel in de hand is ten slotte met elkaar geëvalueerd door de werkvorm de 3 B’s: bekend, benieuwd en bewaren.
De conclusie was duidelijk: “Het is geweldig om sociale, bevlogen en energieke collega’s te ontmoeten en met en van elkaar te leren”.
Volgend jaar een vervolg dus!