Arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2012

Researchcentrum voor Onderwijs en ArbeidsmarktHet Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt van de Universiteit van Maastricht presenteerde in november 2007 het onderzoek: “Arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2012“. Dit is een van de bronnen die ik moet lezen voor de Leergang TEL. Ik ben benieuwd of er onlangs al een nieuwe versie in de maak is of mogelijk al verschenen is? Ja, kijk maar hier naar het onderzoek: “Arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2014“.

Op bladzijde IX t/m XIV wordt een resumé gegeven van de conclusies uit het onderzoeksrapport.

Bij de inleiding wordt meteen al duidelijk dat de huidige crisis niet voorzien is:

Voor de jaren 2007 tot en met 2011 wordt verwacht dat de krapte op de arbeidsmarkt verder zal toenemen. Dit is onder andere gebaseerd op de aanname dat de werkgelegenheid gemiddeld jaarlijks zal groeien met 0,8% ten opzichte van het basisjaar in 2006. Terwijl het totale percentage baanopeningen gemiddeld jaarlijks 4,3% bedraagt van de werkgelegenheid in 2006, zal de arbeidsmarktinstroom van schoolverlaters blijven steken op 3,5%. De arbeidsmarktinstroom van schoolverlaters is gedurende deze periode dus ongeveer even groot als de uitstroom van de arbeidsmarkt door pensionering, arbeidsmarktongeschiktheid, zorg voor de kinderen, etc. Dit impliceert dat voor de periode 2007-2011 de krapte op de arbeidsmarkt verder zal toenemen, waardoor de werkloosheid nog verder gaat dalen, mogelijk zelfs tot onder het niveau in 2000.

Een rede om kort eens de scan tot 2014 te bekijken. Daar is inderdaad terug te vinden wat de effecten zijn van de zware economische crisis:

In 2013 zullen er naar verwachting 220.000 personen minder aan het werk zijn dan in 2008. Dit is bijna 3% van de werkzame beroepsbevolking. Dat betekent dat de werkgelegenheid in 2013 nog niet hersteld zal zijn van de zware economische crisis die de Nederlandse reële economie raakte vanaf het vierde kwartaal van 2008. De komende jaren zal de werkgelegenheid

afnemen in vrijwel alle sectoren, met uitzondering van de gezondheidszorg, overheid en onderwijs, en onroerend goed (verkoop, makelaardij, etc.).

Om me goed voor te bereiden voor de toets maak ik de keuze me te richten op het meest recente rapport waarin geschetst wordt dat op korte termijn de men minder snel een baan kan vinden. Dit verminderd de arbeidsmobiliteit. Dat heeft weer gevolgen voor medewerkers om carrière te maken. Ook de internationale kennisuitwisseling zal hierdoor stokken. Hierdoor zullen de lonen en de participatie van met name ouderen en jongeren dalen. Niet alle jongeren (ik richt me hier even vooral op mijn doelgroep: studenten vanaf 16 jaar in het MBO) zullen in de groep werkelozen terecht komen, omdat men bijvoorbeeld langer op school blijft om door te studeren.

Op middellange termijn (tot 2014) zal er een kleine schaarste ontstaat doordat er meer banen vrijkomen, dan er gevuld kan worden vanuit het onderwijs. Voor sommige sectoren betekent dit een kleine krapte voor anderen helemaal niet.

Opvallend is dat met name de ongeschoolden en hoogopgeleiden vooral last zullen hebben. Dit door de enerzijds upgrading (het laten uitvoeren van werk door te hoog opgeleiden voor de job) en doordat de sectoren voor hoogopgeleiden (universiteit) zwaarder getroffen zijn door de economische crisis. Voor het HBO, MBO, VMBO en HAVO/VWO schoolverlaters is het perspectief op een baan beter. Dit met name door de hoge vervangingsvraag van beroepen op dit niveau, en de relatief lage beschikbaarheid van arbeidskrachten op dit niveau (o.a. door de populariteit van universitaire studies). Met name in de zorg zal de vraag sterk stijgen door de vergrijzing. Voor economisch-administratieve beroepen wordt de grootste krimp verwacht. Voor de komende eerstejaars studenten van de ICT-Academie van het Koning Willem I College is het toekomstperspectief iets positiever, aldus het rapport:

Voor de jaren tot 2014 treedt er een verslechtering op van de algehele arbeidsmarktsituatie van schoolverlaters. Vooral ongeschoolden zullen nog moeilijk aan werk komen. Voor de lager opgeleiden die wel een diploma hebben, ook al is dit geen startkwalificatie voor de arbeidsmarkt (vanaf MBO-niveau 2), vallen de gevolgen mee. Dit komt mede doordat er veel vraag is naar lager opgeleiden in zorg en welzijn (grote uitbreidingsvraag), in de dienstverlening (hoge vervangingsvraag door groot verloop), en in de techniek (na herstel van de conjunctuur).

Als gekeken wordt naar de personeelsvoorziening dan valt op dat bedrijven in de zorg en onderwijs het meeste moeite zullen hebben om goed personeel te vinden door 1. meer behoefte aan zorg, en 2. de grote vergrijzing in het onderwijs.

Tevens wordt de trend geschetst van flexwerkers. Een gunstige trend in economische onzekere tijden, maar een negatief effect op schoolverlaters.

Ten slotte wordt gemeld dat het afschaffen van de FPU weinig effect heeft op het aantal banen dat vrijkomt in de toekomst.

[ad#reclame]