De invloed van technologie op leren

Een van de bronnen die ik moet lezen voor de Leergang TEL is: “De invloed van technologie in het juiste perspectief” van Marcel de Leeuwe.

De bron start met het schetsen van 2 kampen in onderwijsland. Het ene kamp is ervan overtuigd dat het leren wezenlijk veranderd door de introductie van technologie. Het andere kamp is ervan overtuigd dat “instructie efficiënter en effectiever is”.

Marcel de Leeuwe geeft aan dat in het verleden een groot aantal technologieën, zoals televisie, de pc en de videorecorder, niet de hooggespannen verwachtingen waargemaakt hebben.

Vaak krijgt de nieuwe technologie niet deze revolutionaire rol en is de angst voor het loslaten van een bestaande situatie de reden dat de nieuwe technologie niet breed geaccepteerd wordt.

In dit licht is het beter om te spreken van een evolutie van het onderwijs door technologie in plaats van een revolutie. Oftewel: nieuwe concepten worden toegevoegd aan bestaande en bewezen concepten.

Factoren die het gebruik van technologie bepalen

Marcel de Leeuwe benoemde de volgende factoren:

  • Goede onderwijskundig ontwerp – de keuze voor het inzetten van technologie in specifieke leerprocessen moet (in de ideale situatie) volgend zijn op andere keuzes.
  • Geografische cultuur – Volgens Geert Hofstede zijn er 5 verschillende dimensies waarop culturen verschillen: Machtsafstand, Individualisme, Masculiniteit, Onzekerheidsvermijding en Lange of kortetermijndenken. De gebruikte technologie moet passen bij de cultuur. Zo bleek uit een onderzoek dat virtueel samenwerken in Griekenland erg succesvol kan zijn, omdat de Griekse cultuur gekenmerkt wordt door Onzekerheidsvermijding en erg collectief is ingesteld. Hoe zou dit voor het Nederlandse cultuur zijn? en wat zegt dit over de kans op succesvol inzetten van mogelijke technologieen?
  • Organisatiecultuur – het geografische cultuur is van zeer grote invloed. De organisatiecultuur veel minder, echter zijn er organisatieculturen waarin de tijd om nieuwe technologie te omarmen veel korter zijn dan bij anderen.
  • Sector – in de onderwijssector heerst een andere visie op onderwijs (sociaal constructivisme) dan in het bedrijfsleven (behavioristische en cognitivistische). Bij iedere visie kent zijn eigen mogelijk succesvolle technologieën.

Marcel de Leeuwe eindigt met een aantal stellingen om antwoord te geven op de vraag of technologie het leren verandert:

  1. Technologie verandert vooral het informele leren – door gebruik van het sociale van web 2.0 ontstaan er meer verbindingen tussen mensen en hiermee meer informatie beschikbaar wordt. Dit heeft met name invloed op het informele leren, volgens Marcel de Leeuwe.
  2. Technologie verandert de plaats en moment van leren – door technologie is het niet meer van belang om in een klaslokaal te moeten zitten. Ook is vooral van toepassing op informeel leren, aldus de auteur.
  3. Technologie doorbreekt grenzen – de rol van docent veranderd doordat studenten de beschikking hebben over betere toegang tot informatie, experts en medelerenden
  4. De impact van de technologie is afhankelijk van het concept – sommige technologieën hebben weinig impact op leren, omdat deze oude concepten in een nieuwe jasje stoppen (bijvoorbeeld e-readers), andere technologieën hebben een grotere impact. Als voorbeeld wordt een Wiki genoemd, omdat dit een een open houding
    t.a.v. kennisdeling en een vertrouwen in de kennis
    van de professional vraagt.
  5. Technologie verandert verwachtingen – door de alom aanwezigheid van technologie verwachten studenten meer en meer het gebruik van technologie in het onderwijs.

Een zeer interessant artikel wat mij betreft dat poogt inzicht te geven in de succesfactoren voor innovatie van het onderwijs door ICT.

[ad#reclame]