Zorgleerlingen – gedragskenmerken en aanpak
Via een verzoek uit een van de afdelingen van het Koning Willem I College ben ik vorig jaar gestart met het ontwikkelen van een training over het effectief omgaan met zorgleerlingen voor docenten.
Weer samen naar school
In 1991 is de wet “Weer samen naar school” van start gegaan in Nederland. Zowel vanuit onderwijskundig als maatschappelijk oogpunt is het gewenst dat kinderen samen naar school gaan, ongeacht problemen of handicaps. De gedachte daarachter is om de zorg naar het kind te brengen in plaats van het kind naar de zorg.
De zorgleerlingen van toen zijn ondertussen in de leeftijd dat ze in steeds grotere getalen het MBO binnenstromen. Deze toestroom heeft invloed op je rol als docent in de interactie met leerlingen.
Bij de ontwikkeling van de training zijn diverse collega’s van diverse afdelingen betrokken geweest. Op basis van het in kaart brengen van de meest voorkomende problematiek is gekozen om ADD, ADHD, PDD-NOS en (normaal) storend gedrag in de training mee te nemen.
De belangrijkste insteek van de training is dat de docent moet ervaren dat het aanpassen van het eigen gedrag van grote invloed kan zijn op het gedrag van de zorgleerling. Op basis van dit uitgangspunt is gekozen om het grootste deel van de training te besteden aan “doen”. Oftewel: het herkennen van zorgleerlingen in de klas en het oefenen met het aanpassen van het eigen gedrag samen met acteurs van het Koning Willem I College spelerscollectief. Natuurlijk wordt ook kort ingegaan op een stukje theorie en achtergrond.
De training is nu drie maal met succes (lees: tevreden docenten) uitgevoerd. Met name het onderscheid tussen ADD en PDD-NOS is soms lastig te maken, alsook het verschil tussen ADHD en (normaal) storend gedrag van een “gezonde” puber. Dit levert zeer interessant discussies op tijdens de training. Ook tijdens het oefenen met bijvoorbeeld een 1-op-1 gesprek of klassikale lessen met een gespeelde zorgleerling (in de les) levert zeer bruikbare ervaringen op voor docenten.
Om duidelijk te maken wat wel/niet werkt in het eigen gedrag, en hoe je een zorgleerling kunt onderscheiden van (normaal) storend gedrag heb ik op basis van diverse bronnen vier observatielijsten gemaakt als hulpmiddel. Zie hieronder de observatielijst voor ADD:
Ook voor ADHD, PDD-NOS en (normaal) storend gedrag zijn ze te vinden op Slideshare. Wie wil zijn ervaringen als docent delen over dit onderwerp?
Dag Patrick. Toch een vraag naar aanleiding van je post, met name wat betreft het materiaal, dat je gebruikt. Het eerste formulier beschrijft een aantal kenmerken van een stoornis met daarachter kolommen waarin men kan aangeven in hoeverre er van die specifieke kenmerken sprake is. Daarmee wek je de indruk dat zo’n formulier gebruikt zouden kunnen worden om de diagnose voor de desbetreffende stoornissen te kunnen stellen. Het stellen van zo’n diagnose vergt echter heel wat meer deskundigheid, sterker nog, dat mag formeel alleen gedaan worden door daarvoor opgeleide psychologen! Of schiet ik nu een beetje door?
Hoi Jef, terechte zorg die je uit. Ik had dat mogelijk in het weblogitem zelf moeten zetten, want de formulieren zijn absoluut niet bedoeld om een diagnose te stellen. Dat kunnen/mogen alleen professionals op dat gebied en wij docenten zijn dat zeker niet. De formulieren zijn bedoeld om bij opvallend gedrag een beeld te krijgen of het (normaal) storend pubergedrag is waar je met goed klassemanagement mee om moet gaan, of dat er mogelijke andere problematiek onder zit. Zo ja, dan is het de bedoeling dat de docent contact zoekt met deskundigen om dit te laten uitzoeken. Daarnaast helpt het in te zien dat deze problematieken niet iets is waar de student voor kiest. Het gedrag dat hij of zij vertoond is niet bewust storend gedrag. Ik heb ervaren dat een deel van de docenten zeer emotioneel kan reageren op gedrag en dit persoonlijk neemt, terwijl het absoluut niet persoonlijk bedoeld is. De student kiest er zeker niet voor. Vanuit begrip kun je de volgende stap maken naar het bewust kiezen van ander gedrag door de docent om zo een betere leerklimaat voor de student te krijgen.