De mate van Web 2.0 adoptie bij docenten?
Afgelopen jaren heb ik me regelmatig afgevraagd waarom de ene docent Web 2.0 ten volle omarmt en de andere het (nog) niet ontdekt heeft. Helaas is de groep docenten die Web 2.0 (nog) niet ontdekt heeft erg groot.
Diverse acties om de groep van enthousiaste Web 2.0 docenten te vergroten leveren vaak weinig op. Het internet schreeuwt om adoptie van Web 2.0 in de klas. Wordt er regelmatig in personeelsbladen van scholen over geschreven. Worden er vaak diverse workshops intern bij scholen aangeboden. Doet Kennisnet alle moeite om het aantal schaapjes dat over de dam gaat te vergroten. Et cetera. Et cetera.
Hoe komt het nu dat de groep enthousiaste Web 2.0 docenten zo klein blijft?
Mogelijk is een verklaring te vinden in de theorie van meervoudige intelligentie van Howard Gardner. Hij stelt dat iedere persoon een of meerdere talenten bezit. Hij onderscheidt acht intelligentie. Het mooie van dit model is, dat het verder gaat dan alleen IQ en later EQ.
Opvallend is dat als je Web 2.0 initiatieven probeeert te mappen op de acht intelligenties van Gardner je tot de verbazende conclusie komt dat vooral mensen met verbaal – linguistische en interpersoonlijk kwaliteiten zich op het Web (2.0) kunnen uitleven, en vinden wat ze nodig hebben. Personen met naturalistisch en lichamelijke – kinesthetische kwaliteiten worden niet uitgedaagd door Web 2.0. Voor de overige intelligenties zijn er aanknopingspunten, maar is het dun gezaaid.
Interessant!
Heb je deze mapping zelf gemaakt of komt ie ergens vandaan?
Ik zou hem wel met goed leesbare tekst in een wiki willen hebben zodat er kan worden aangevuld.
Het platje is nu niet zo goed leesbaar…
Willem,
Ik heb de mapping zelf gemaakt. Ik zal de mapping in beter kwaliteit aanleveren, want is i.d.d. nu niet echt goed leesbaar. Ik denk dat WordPress bij het inladen nog iets doet met de jpg of zo?
Het lijkt me leuk om dit model met een aantal mensen verder uit te werken tot een model dat mogelijk ingezet kan worden om beter te begrijpen waarom sommige zaken wel/niet lopen met Web 2.0 in het onderwijs. Ik heb in het item het woord studenten niet genoemd, maar ook hier is het model te gebruiken, want bij mijn studenten merk ik dat sommigen het veel gebruiken, en anderen helemaal niet. Ook hier zullen we rekening mee moeten houden, denk ik.
Groetjes, en bedankt voor je reactie,
Patrick
Willem,
Ik heb een betere versie van het plaatje geupload. Klik even op het plaatje voor de beste resolutie en dan downloaden. Ik kan je ook de powerpoint versie mailen natuurlijk. Je kunt het plaatje gebruiken (zie creative commons licentie) en graag even verwijzen naar mijn weblog natuurlijk.
See you, Patrick
Interessant perspectief de koppeling aan perspectief vauit MI.
Het brain based model van Hermann zou ik in dit kader meenemen bij het verder invullen van het schema.
Grt,
Josee
Josee,
Bedankt voor je reactie. Ik begrijp niet welk model van Hermann je bedoeld. Kun je me een hint geven. Ik zal eens googlen op Hermann.
Thanks, Patrick
Drempels!
Het begint met drempels. Ik heb ooit gehoord dat wanneer iets _niet_ tien x beter is, men niet bereid is over te stappen naar het nieuwe (sorry geen referentie). Beter is erg subjectief, maar vormt een combinatie van kwaliteit, kwantiteit, kosten (reductie) en gemak.
Daarbij komt dat de marketing voor web 2.0 niet overkomt bij de doelgroep “onderwijzend personeel”. Het staat namelijk niet in het startmenu van Windows, of ergens in de ELO. Natuurlijk wordt er veel over geschreven in vakbladen, maar ja het is dan nog steeds erg ver weg (lees hoge drempel). Je moet je tenslotte ergens aanmelden en dan uitvinden hoe zo’n web 2.0 toepassing werkt (zonder veel hulp van collega’s of it-afdeling).
De gemiddelde it-afdeling is erg druk met het beheer van alle systemen (infrastructuur) en toepassingen en zal dus niet al te pro-actief zijn om web 2.0 toepassingen aan te bieden via de gebruikelijke kanalen. Dit is geen verwijt maar gewoon een weergave van de taken van de it-afdeling.
Een gezamenlijke PR, inrichting en ondersteuning vanuit de gehele ondersteunende organisatie is daarom mijns inziens noodzakelijk voor het over de drempel krijgen van alle collega’s. Iets wat zo’n tien jaar geleden ook is gebeurd bij de invoering van e-mail ter vervanging van het “oude” memo- en prikbordensysteem. Dit betekent dan ook dat “oude” systemen (denk aan office, mail, ELO) wellicht op de schop moeten of beter moeten integreren met de “nieuwe” oplossingen.
Ik zou graag willen onderzoeken hoe je bovenstaande overzicht kunt aanbieden via een open ELO. Deze ELO moet dan modulair uitbreidbaar zijn met de web 1.0 toepassingen. Ik stel me dan zo voor dat je bijvoorbeeld als student (of docent) documenten maakt in Google docs of Windows Live en deze deelt met je docent (of studenten). Enzovoort, enzovoort vanuit de organisatie worden centraal de accounts geregeld bij de verschillende web 2.0 aanbieders en de gebruikers kiezen die toepassing uit die hen het beste ligt. De rol van de it-afdeling zal dan veranderen. In een e-portfolio (wellicht beheert door de onderwijs-organisatie) kunnen dan bewijsstukken verzameld worden.
Of bovenstaande als tien x beter ervaren wordt is dan natuurlijk nog de vraag 😉
Misschien dat het in de toekomst door de opkomst van meer fysiek inspannende user interfaces zoals de Nintendo Wiimote, het Nintende balance board en de de ASUS Eee Sticks ook voor de lichamelijk kinesthetische mensen interessanter gaat worden om gebruik te maken van ICT binnen het onderwijs.
Maar toch denk ik dat het wel wat langer zal duren voordat ICT gemeengoed zal zijn binnen het onderwijs. Dit komt denk ik vooral omdat ICT gewoon nog niet volwassen is voor het onderwijs. ICT is voor veel docenten nog iets nieuws.
Alleen die docenten die in de jaren 80 en 90 al interesse hadden in de PC en hier toen veel mee hebben geëxperimenteerd zullen nu makkelijk gebruik kunnen maken van de verschillende beschikbare ICT toepassingen. Deze docenten weten hoe ICT werkt en kunnen de meeste problemen zelf op lossen.
Helaas is er nog een grotere groep docenten die niet heeft geëxperimenteerd en waarvoor ICT nog iets nieuws is waar ze zich eigenlijk eerst in moeten verdiepen voordat zij dit daadwerkelijk effectief in kunnen zetten en voordat zij zelfstandig de verschillende problemen kunnen oplossen.
Daarnaast zijn er natuurlijk de docenten die de afgelopen jaren en de komende jaren gaan afstuderen. Voor deze studenten is ICT niets bijzonders meer. ICT is vanzelfsprekend een onderdeel binnen het onderwijs.
Ik denk dat ICT binnen het onderwijs pas echt affectie ingezet en geadopteerd zal zijn als alle oude docenten van voor de jaren 80 en 90 met pensioen zijn en vervangen zijn door die nieuwe generatie docenten voor wie ICT vanzelfsprekend is.
Dit zal waarschijnlijk nog een jaar of 45 duren. Maar dan hebben wij het ook niet meer echt over ICT binnen het onderwijs. Dan is dat gewoon iets vanzelfsprekends, iets dat er altijd al is geweest (net zoals het krijten schoolbord, daarbij heeft het ook jaren geduurd voordat het binnen het hele onderwijs toegepast werd).
Naast dat een hoop docenten er niet klaar voor is, denk ik dat ook de techniek hier nog niet helemaal klaar voor is. Ik heb me 2,5 jaar op een basisschool bezig gehouden met ICT en ben er toch regelmatig tegen aangelopen dat het niet de docenten, maar de techniek was die het af liet weten. Zowel de gebruikte software, als de netwerkarchitectuur als de systemen en systeeminrichting.
Uiteindelijk zal het wel goed komen met ICT binnen het onderwijs, dit heeft alleen even wat tijd nodig. En ik vrees dat dit heel geleidelijk over een lange periode zal gaan.
Hallo Patrick,
Volgens mij hoort bij het naturalistische kenmerk onder andere ook dat je de dingen graag in categorieën onderbrengt. En dan zou social bookmarking, of andere toepassingen waarbij je tags of labels toevoegt juist goed kunnen aansluiten bij deze categorie mensen. 🙂
Hmmm, goede ingeving. Ik ga daar eens rustig over nadenken en mogelijk toevoegen in het plaatje. Thanks voor de tip!