CGO: Wat kost dat nou? (3)
Een interessant weekend in de tukhut van de NKBV met vrienden van de NKBV bracht me een aantal extra inzichten omtrent de kosten van CGO. In de groep zaten een groot aantal onderwijsmensen uit het WO, HBO, MBO en PO.
De discussie ging over de manier waarop de inzet bepaald wordt. Dit is allemaal streng geregeld vanuit de CAO. Het aantal uren contacttijd, voor- en nazorg, scholing, et cetera. is allemaal vastgelegd. Het nadeel hiervan is dat er een soort eenheidsworst is die in het traditionele onderwijs mogelijk voldeed, maar in het nieuwe onderwijs niet meer werkt.
In mijn rol als studieloopbaanbegeleider bijvoorbeeld, had ik in het verleden amper voor- en nazorg nodig, terwijl ik als ontwikkelaar van het onderwijs voor Cohort 2008 veel te weinig tijd heb. Het tijdens projecten begeleiden van studenten kost me amper voor- en nazorg, terwijl het ontwikkelen van een compleet nieuw “vak” ik weer tijd te kort kom.
Kortom, ik zou ervoor pleiten om per afdeling eens goed te kijken naar de verschillende rollen, en de echt benodigde tijd om de taken bij deze rollen uit te voeren. Zo is iedere taak een project met duidelijke einddoelen en faciliteiten. Zo kun je de beschikbare tijd (die rottige wiskundige formule) beter onderling verdelen en zo effectiever gebruiken.
In het WO en HBO gebeurd dit al heb ik begrepen. De nieuwe CAO biedt deze ruimte, maar zul je als afdeling hier met elkaar consensus over moeten bereiken. Zou dat lukken?
Beste Patrick,
Het ontgaat me waarom een normering van contacttijd, voor- en nazorg, scholing bij CGO niet meer bruikbaar zou zijn.
Het onderscheiden van rollen lijkt spectaculairder dan het is. Verreweg de meeste docenten vervullen, net als een aantal jaren geleden overigens, nog steeds meerdere rollen. Je maakt lesmateriaal, geeft les, coacht studenten en je begeleidt stages. Niets nieuws onder de zon. Wel nieuw zijn de projecten. In tegenstelling tot jouw ervaringen kost het voorbereiden en afronden van projecten mij enorm veel tijd. Mijn conclusie (en die van veel van mijn collega’s) is dat CGO meer voor- en nazorg kost dan traditioneel onderwijs. De uit ervaringsonderzoek afgeleide 50% voor- en nazorg binnen het MBO mag wat mij betreft opgehoogd worden naar 75%. Uiteraard kun je rondom dit gemiddelde differentiëren.
Het charmante van ‘eenheidsworst’is de simpelheid.
Helaas zie ik dat veel managers misbruik maken van de verwarring rondom het nieuwe taakbelastingsbeleid in het MBO en slinks forse bezuinigingen realiseren door de voor- en nazorg over een breed front omlaagbrengen tot soms wel 15%.