Onderzoek door bureau Keesie op Koning Willem I College
Afgelopen 2 dagen heb ik als docent van de ICT-Academie mogen participeren in het onderzoek dat bureau Keesie in Nederland uitvoert bij diverse ROC´s in Nederland. Zo ook bij het Koning Willem I College. Bureau Keesie? Je weet wel? Dat bureau dat ook het rapport Generatie Einstein heeft uitgebracht dat landelijke bekendheid kreeg.
Op basis van dit rapport heeft men een meetinstrument ontwikkelt waarmee je je als ROC kunt laten scoren, en zo een soort van SWOT-analyse krijgt. Dit instrument bestaat uit een “audit” in drie rondes en een briefing van de eerste resultaten aan het College van Bestuur.
In de eerste rond werden studenten van diverse afdelingen gevraagd op een aantal stellingen te reageren. Vanuit de ICT-Academie waren vier studenten aanwezig in deze ronde. Natuurlijk was ik erg nieuwsgierig naar hun bevindingen. Zoiets is natuurlijk heel spannend voor de studenten. Ze kwamen (gelukkig) erg enthousiast terug. “Het was een soort van Barend en Witteman, meneer!”, aldus een van de studenten. In de tweede ronde werden docenten op een zelfde wijze geprikkeld om hun mening te geven. Vandaag in een laatste en derde ronde werd een discussie gevoerd tussen de docenten en studenten. Wat me opviel was de sfeer waarin onderling geboomd werd over onderwijs, zowel door de docenten als door de studenten. De sfeer was open, met respect, en vol realiteitszin. Ook beide vertegenwoordigers van bureau Keesie gaven dit terug: “De sfeer binnen het Koning Willem I College is heel open en vriendelijk tussen studenten en docenten!”. Vanzelfsprekend, dacht ik. Echter bleek uit onze reactie dat dat echt anders is bij sommige ROC´s in Nederland. Nu ben ik een docent die veel “samenwerkt” met zijn studenten, echter ben ik vaak geneigd om de echte hardnekkige problemen van het invoeren van het CGO binnen de afdeling op te lossen. Een klant is een klant, en die vermoei je niet met de interne problematiek. En daarbij maakt het niks uit of deze problematiek echt intern is of bijvoorbeeld door beslissingen van de overheid ontstaat. Natuurlijk is dit gedrag van mij te verklaren vanuit mijn opvoeding in het bedrijfsleven, echter heb ik een grote meerwaarde ervaren om met studenten echt inhoudelijk over onderwijs te praten, b.v. over de vorm van het onderwijs, roostering, rollen van docenten, organisatie, et. cetera.
Kort na de briefing aan het College van Bestuur kreeg ik de uitnodiging binnen om met het College van Bestuur, docenten en studenten het rapport in januari te gaan bekijken. Natuurlijk kun je een deel van de resultaten halen uit de gesprekken die gevoerd zijn. En wat blijkt? Er is nog een hele weg te gaan (voor de ene afdeling wat korter dan de andere, afhankelijk van het moment van start met CGO), maar de juiste koers is absoluut ingezet.