Hoe het niet moet (in het onderwijs): Bloemen zijn rood

Tijdens de training “Persoonlijk Meesterschap” van Josée Bours en Coen Free op de School voor de Toekomst werd het liedje “Bloemen zijn Rood” van Gerard van Maasakkers gedraaid. Een mooie vertolking zoals het niet moet in het onderwijs. Toch maar eens op internet de tekst opgezocht, bij deze:

Bloemen zijn rood

’n Jungske ging vur ’t uurst naor school
Hij kreeg ’n vel papier en krijt
En hij kleurde en kleurde ’t hul vel vol
Want kleure, da vond-ie fijn
Mer de juffrouw zei: “Wat doe je daar, jongeman?”
“Ik teken bluumkes, juffrouw”
Ze zei: “We doen hier niet aan kunst, jongeman
Bloemen zijn rood en de lucht is blauw
Je zult er rekening mee moeten houden
Je bent hier niet alleen
Als alle kinderen ‘ns deden zoals jij
Waar moest dat dan toch heen, ik zeg je
Bloemen zijn rood, jongeman
Blaadjes zijn groen
’t Heeft geen enkele zin om ’t anders te zien
Dus waarom zou je ’t dan nog anders doen”

Mer ’t jungske zei
“Ja mer juffrouw, d’r zijn zoveul kleuren bloemen
Zoveul kleuren blaadjes, zoveul kleuren, overal
Zoveul kleuren zijn nie op te noemen
Mer ik zie ze allemaol”

Mer de juffrouw zei: “Je bent ondeugend, jongeman
Je kliedert en je Nederlands is slecht
Ik weet zeker dat je ’t alletwee veel beter kan
Ik wil dat je herhaalt wat ik zeg
Bloemen zijn rood….”

Mer ’t jungske zei
“Ja mer juffrouw…”
Mer de juffrouw zei: “Dit duurt me nou te lang
Je moet maar weten hoe ’t hoort”
En ze zette ’t jungske op de gang
(“Voor je bestwil” enzovoort)
Mer hij werd bang, zo na ‘nen tijd
Klopte zachtjes aan de deur
En hij zei: “Juffrouw, ik heb wel spijt”
En hij kreeg ’n kleur toen-ie zei
“Bloemen zijn rood
Blaadjes zijn groen
’t Heeft geen enkele zin om ’t anders te zien
Dus waarom zou ik ’t anders doen”

Mer d’n tijd ging dur, gao altijd dur
En hij ging naor de tweede klas
En de juffrouw was hul anders as die daorvur
Ze was nieuw, ze was er pas
En ze lachte vriendelijk toen ze zei
“Tekenen doe je voor je lol
Je krijgt genoeg papier en krijt van mij
Teken maar je hele vel vol”
Mer ’t jungske tekende bloemen
Gruun en rood, en in de rij
En toen de juffrouw vroeg waorum
Kreeg-ie weer ’n kleur, en-ie zei
“Bloemen zijn rood…”