Nepnieuws als verdienmodel: “Hoe nepnieuws dit jaar trending werd”

Op vrijdag 16 december zond de NOS een interessant item uit met de titel: “Hoe nepnieuws dit jaar trending werd” uit. De uitzending werd als volgt aangekondigd:

Hillary Clinton verkocht wapens aan Islamitische Staat en de paus steunt de verkiezing van Donald Trump. 2016 was het jaar van het nepnieuws. Post-truth werd door het Oxford woordenboek uitgeroepen tot woord van het jaar.

Veel nepberichten gingen over de Amerikaanse verkiezingen, maar werden verzonnen in een stadje in Macedonië. In Veles zouden jongeren duizenden euro’s hebben verdiend via websites die nepnieuws de wereld in stuurden.

Drie kwart van de Amerikanen gelooft nepnieuws omdat berichten die je via een vriend, die je vertrouwt, te zien krijgt. Hierdoor neem je eerder aan dat het waar is. Als het dan ook nog je vooroordelen bevestigt, stuur je het door. Facebook mis bezig met het nemen van maatregelen tegen de verspreiding van nepnieuws door het inschakelen van externe factcheckers. Daarnaast heeft Facebook, net als Google, de geldkraan van nepnieuwssites dichtgedraaid. Die kunnen geen gebruik meer maken van de advertentienetwerken.

Experts voorspellen een “wapenwedloop” tussen verspreiders van nepnieuws en internetplatformen, omdat er een hoop geld mee te verdienen valt door de verspreiders van nepnieuws.

Bovenstaande item benadrukt het belang van aandacht voor het (leren) inschatten van de betrouwbaarheid van informatie. Een belangrijk onderdeel van mediawijsheid. En een taak voor scholen vind ik.


Wil je meer informatie over mijn boek ‘Mediawijsheid in de klas’ surf dan naar Mediawijsheidindeklas.nl. Wil je het boek aanschaffen? Dan kan dat onder andere bij OnderwijsboekManagementboek of Bol.com.