Leergang Lateraal Denken: Direct Attention Thinking Tools (2)

Tijdens de tweede bijeenkomst van de Leergang Lateraal Denken: Direct Attention Thinking Tools is er een lijstje uitgedeeld met voorbeeld examenvragen om je voor te bereiden op de theorietoets die je naast een examenopdracht moet behalen.

Een goede samenvatting van de 10 DATT-techieken en de doelstelling van het gebruik van deze tools vind je hier.

25. Bij het beschrijven van WAT IS ER? zijn er twee zaken die beschreven kunnen worden.
In het lesmateriaal kom ik dit onderwerp niet direct tegen, echter vanuit de kern is mogelijk antwoord te geven. Bij alles wat we zien, horen, voelen, ruiken en proeven gaan onze ervaringen ermee aan de haal en ontstaan er percepties. Dit is meteen het probleem dat de Bono met de DATT-technieken wil tackelen. Bij de beschrijving van WAT IS ER? kun je een onderscheid maken tussen feiten (een komkommer is groen) en percepties (een komkommer smaakt lekker).

26. Let het verschil uit tussen Operational Parts Analysis en Perceived Parts Analysis.
Beide begrippen komen voor bij de DATT-techniek RAD: Recognize, Analyze en Divide. Operational parts analysis gaat op zoek naar de feitelijk onderdelen van een situatie. De perceived parts analysis zoekt niet naar de werkelijke onderdelen van een situatie, maar kijkt naar de manier waarop ernaar gekeken wordt.

27. Wat doe je wanneer je de techniek van Consequences & Sequel toepast?
Bij consequences & sequel kijk je vooruit naar de consequenties van een actie, plan, besluit of regel, zoals genoemd wordt in DATT: Look ahead to see the consequences of an action, plan, decision, or rule.

Dit doe je door de toekomst in fasen onder te verdelen b.v. onmiddellijk, korte termijn, middellange termijn en lange termijn.

28. Is er een overkomst tussen D/DOCA en Blauwe Hoed? Zo nee, waarom niet. Zo ja, welke?

29. Noem 3 DATT-technieken en berschrijf er één van.
Zie DATT.

30. Wordt wordt bedoeld met OPV?
OPV staat voor: Other Peoples View en zorgt ervoor dat je een situatie vanuit een andermans gezichtspunt bekijkt: “Put yourself in others’ shoes.”.

31. Is er een verschil tussen de Plus en Minus uit een PMI en de Gele en Zwarte Hoed uit de zes hoeden? Zo nee, waarom niet. Zo ja, waarom wel?
Bij zowel de P als de groene hoed en de M als de zwarte hoed kijk je naar respectievelijk de voordelen als de nadelen van een situatie, idee, etc. Bij PMI is de volgorde vast: eerst de P en dan de M. Bij de hoeden kies je afhankelijk van de situatie de juiste volgorde. En kan dus eerst zwart en dan geel. Al geldt hier wel de vuistregel dat van negatief naar positief denken omschakelen lastig is en dus zeer overwogen in die volgorde ingezet kan worden.

Er is een ander verschil tussen PMI en Gele en Zwarte Hoed. Bij de PMI kijk je naar de voordelen, de nadelen en de interessante dingen (zaken die niet vallen onder de P of de M, maar wel de moeite waard zijn om te vermelden). Bij de Gele en de Zwarte Hoed kijk je ook naar de voor- en nadelen, maar word je ook uitdrukkelijk gevraagd te kijken naar de MOGELIJKE voor- en nadelen. Bij de Gele en Zwarte Hoed kijk je dus iets ruimer dan bij de P en de M van een PMI.

32. Zou je een CAF eerder zien als divergeren of als creatieve divergeren? Verklaar.
Bij CAF maken we lijstjes (stakeholders, feiten, et cetera).  Het is dus sowieso divergeren en het proces van divergeren & convergeren is de essentie van creatief denken. Het kan dus beide zijn. Toch zou ik CAF eerder zien als ‘gewoon’ divergeren en het denken dat valt onder de Groene Hoed als ‘creatief divergeren’ omdat je hierbij vooral op zoek bent naar creatieve ideeën. Bij CAF ligt de nadruk erop vooral zoveel mogelijk aspecten bij een situatie te betrekken. Maar eerlijk is eerlijk je kunt je ook afvragen of de term ‘creatief divergeren’ niet dubbelop is.

33. Wat betekent CoRT?
CoRT staat voor Cognitive Research Trust en betreft een set van 60 lessen (onder verdeel in 6 onderdelen: CoRT-1 t/m CoRT-6) om te leren denken.

34. Waarom hecht de Bono zoveel waarde aan het begrip perceptie?
Perceptie is een van de belangrijkste aspecten bij het denken. Perceptie is wat er gebeurt in ons hoofd en is niet alleen iets wat we met onze ogen waarnemen. Perceptie veroorzaakt de meeste fouten in ons denken. Wanneer de perceptie niet goed is, zal het resultaat onvoldoende zijn. Het probleem van perceptie is dat je verzuimt om naar iets te zoeken, je ziet slechts een deel van de situatie, je laat dingen weg, je houdt geen rekening met de consequenties of je gaat niet op zoek naar alternatieven.
Look ahead to see the consequences of an action, plan, decision, or rule.

35. Verklaar waarom een “OPV doen” goed werkt als voorbereiding op een debat?
Bij een debat wil je vooraf weten wat de standpunten van de anderen zijn om hierop vooraf al je reactie vast te kunnen stellen. Een OPV: other persons view helpt je om vooraf deze standpunten in kaart te brengen bij het onderwerp van debat.

36. Waarvoor staat het begrip D/DOCA?
D/DOCA staat voor Decision/Design, Outcome, Channels, Action. Met D/DOCA focus je op de vragen: 1. wat gaan we doen? en 2. hoe gaan we dat doen?. De D/DO geven antwoord op vraag 1: wat gaan we doen?, oftewel: welke keus maken we?, welk ontwerp kiezen we? of welke uitkomst kiezen we? Een prioriteitenmatrix kan hier helpen om een keus te maken. In deze matrix worden keuzes, ontwerpen of uitkomsten gekoppeld aan criteria (bijvoorbeeld verkregen vanuit een KVI) en via scores in kaart gebracht. Op basis van de scores kan een gedegen keus gemaakt worden. Vervolgens wordt met de CA in kaart gebracht wie welke acties wanneer gaat nemen. Ook wordt vastgesteld hoe de voortgang gemonitord wordt.

37. Wat is er zo “betrekkelijk” of “relatief” aan de Key Values Involved?
Bij KVI zorg je er voor dat: “Ensure that your thinking serves your values.”. Waarden zijn persoonlijk en dus betrekkelijk of relatief te noemen. Een goede KVI brengt zowel je eigen waarden als die van anderen in kaart.

Waarden zijn ook relatief omdat die anders geprioriteerd kunnen worden in verschillende contexten. Zo zal b.v. de waarde ‘veiligheid’ hoger op je lijstje staan in een oorlogssituatie dan wanneer je in een vredig land woont.

38. Wat doe je bij Recognize, Analyse en Divide?
Bij RAD proberen we eerst het grotere geheel te herkennen. Lukt dit dan ben je klaar. Lukt dit niet, dan kijken we hoe we het  kunnen analyseren of onderverdelen, in kleinere, meer behapbare delen. In feite één vraag met maximaal twee stappen:

Herken ik dit? Hebben we het over hetzelfde?

  1. Zo ja, dan stopt het hier
  2. Zo nee, hoe kan ik het analyseren of onderverdelen? Hoe helpen de onderdelen me het geheel te herkennen?

39. Noem twee veel gemaakte fouten bij perceptie.
Perceptie is een van de belangrijkste aspecten bij het denken. Perceptie is wat er gebeurt in ons hoofd en is niet alleen iets wat we met onze ogen waarnemen. Perceptie veroorzaakt de meeste fouten in ons denken. Wanneer de perceptie niet goed is, zal het resultaat onvoldoende zijn. Het probleem van perceptie is dat je verzuimt om naar iets te zoeken, je ziet slechts een deel van de situatie, je laat dingen weg, je houdt geen rekening met de consequenties of je gaat niet op zoek naar alternatieven.

40. Waarom wordt er bij DATT gebruik gemaakt van acroniemen?
Acroniemen zijn makkelijk te onthouden, fungeren als een ezelsbruggetje en worden een herkenbaar begrip: “Het lijkt me verstandig om nu een PMI te doen. Mee eens?” in communicatie.

41. Wat zijn de twee kernvragen bij Key Values Involved?
Bij KVI: Key Values Involved ga je op zoek naar de waarden die een rol spelen in een bepaalde situatie: zowel de waarden van jezelf als die van anderen. Bij deze waarden moet je het onderscheid maken tussen de waarden die je wilt nastreven en de waarden die je wilt vermijden. Wat dat betreft zijn er wellicht 4 kernvragen: 1. wat zijn jouw waarden? en 2. wat zijn de waarden van anderen?, maar ook 3. welke waarden wil je nastreven, en 4. welke waarden wil je vermijden?

42. Wat kun je met de prioriteitenmatrix in relatie tot D/DOCA?
Zie de vraag: “Waarvoor staat het begrip D/DOCA?”.