Leergang Meervoudige Intelligenties: het herkennen van voorkeursintelligenties

Zoals ik in een eerdere blogpost schreef ben ik gestart met de Leergang Meervoudige Intelligentie op het Koning Willem I College om mijn didactische koffer te verrijken, zodat ik meer recht doe aan verschillende manier van leren van mijn studenten.

In opdracht 3 moet ik een MI-test afnemen in een van mijn klassen, de resultaten op een eigen gekozen manier in kaart brengen en een verslag maken. In het deze blogpost de uitwerking van deze opdracht.

Voor de opdracht heb ik klas IO1A3 gekozen omdat ik deze klas 6 uur per week les geef. De klas volgt een Bol-3 ICT-opleiding voor Medewerker Beheer ICT. Ik geef in deze klas ICT-lessen. De klas bestaat uit 26 studenten, echter heb ik van 16 studenten de MI-test kunnen gebruiken. In de lessen Leren, Loopbaan en Burgerschap is enige tijd geleden al een MI-test afgenomen, echter heeft blijkbaar niet iedere student de uitslag in zijn portfolio bewaard?! Vandaar dat ik 16 resultaten in onderstaande figuur heb kunnen verwerken.

Een aantal dingen vallen me op in bovenstaande figuur:

  • De meerderheid scoort hoog op logisch-mathematische intelligentie en spoort zo met de aard van de opleiding die ze volgen.
  • De meerderheid scoort laag op lichamelijk-kinesthetische, naturalistische en verbaal linguïstische intelligentie en spoort met het beeld dat ik en het stereotype beeld dat de samenleving heeft van ICT-ers.
  • De meerderheid scoort laag op visueel-ruimte intelligentie. Ik had dit in het algemeen niet verwacht. Ik gebruik in mijn lessen veel video’s en schema’s, terwijl dit niet direct overeenkomt met de voorkeursintelligenties van de klas. Uiteraard doen schema’s ook recht aan de logisch-mathematische intelligentie die veel aanwezig is in de klas.
  • De meerderheid scoort hoog op muzikaal-ritmische intelligentie. Ik had dit in het algemeen niet verwacht, echter is in deze klas altijd en overal muziek aanwezig op de laptops en koptelefoon. In de klas heb ik geëxperimenteerd met muziek (o.a. met Stereomood) om de state te managen van de klas. Ik ben er nog niet uit wat wel/niet werkt. Soms werkt de muziek als “gezellige doorwerker” en dus positief, maar soms geeft het veel onrust en neemt het volume van gepraat in de klas flink toe. Op basis van deze uitslag ga ik wel verder met experimenteren in deze klas.
  • De meerderheid scoort hoog op interpersoonlijk en een groot deel ook op intrapersoonlijk. Dit herken ik zeker, want het is een klas met veel onderlingen vriendschappen en verbindingen. Wel zijn er een aantal subgroepjes ontstaan, echter door samenwerkingsopdrachten en in de projecten ben ik bezig om meer onderlinge verbindingen te laten ontstaan tussen de subgroepjes. Lessen waarin ik een onderwijsleergesprek gebruik om stof beter te laten beklijven werken erg goed en komt tegemoet aan de voorkeursintelligentie van de klas.

In het bijzonder valt met student nummer 9 op. Hij scoort hoog op verbaal-linguïstisch en logisch-mathematisch. Ik kan dit niet rijmen met mijn indruk. Deze student heeft zeer veel moeite met taal en het begrijpen van uitleg. Stel regelmatig vragen die niet passen binnen de context waar de les over gaat. In gesprek dat ik enige weken terug met hem heb gehad om samen te zoeken naar hoe het anders kan, geeft hij aan dat taal een groot probleem voor hem is. Daarnaast is hij snel gestrest en faalangstig. Hmmm, ik ben er nog niet uit wat ik hiermee kan. Ik verwacht dat ik deze student in periode 3 in de “langzame” stroom ga krijgen. Ik wil met hem via deze test gaan inzoomen op zijn voorkeursintelligentie en zo een beter beeld krijgen van wat wel kan werken samen met hem.

Bij student nummer 15 kloppen de voorkeursintelligenties helemaal met mijn beeld. Deze student is zeer sociaal, maakt graag een praatje tijdens de les over wat hij allemaal beleeft, vraagt ook naar mijn belevenissen, stelt vragen in de les over het onderwerp en weet zich goed uit te drukken. De student is zich bewust van zijn eigen gedrag en de invloed hiervan op zijn eigen leren en de sfeer in de klas. Ik had gezien zijn voetbaltalent verwacht dat hij ook hoog zou scoren op lichamelijk-kinesthetische intelligentie.