Tweede dag pilot mediawijsheid in het teken van: Zoeken en vinden, en betrouwbaarheid met als toetje: De vrijheid op internet?!

Gisteren was in Workplaza in School voor de Toekomst dag twee van de pilot Mediawijsheid samen met @mbos. Een groep studenten van de opleiding Applicatie Ontwikkelaar van de ICT-Academie hebben zich gebogen over de vragen: Hoe zoek en vind ik online informatie? en Hoe bepaal je welke informatie betrouwbaar is?

In de ochtend werd vooral gewerkt aan kennis en vaardigheden aan de hand van vier leertaken:

  1. het gebruik van verschillende soorten zoekbronnen zoals zoekmachines (Google, Altavista, StartPage, Ilse, Vinden etc.), wiki’s, online woordenboeken, videosites (YouTube, Vimeo, HowStuffWorks etc.), fotosites (bijvoorbeeld Flickr).
  2. het gebruik van geavanceerde zoekmogelijkheden binnen Google. Denk hierbij aan AND, OR, NOT, site: en define:
  3. het gebruik van Google Reader om via RSS-feeds makkelijk websites bij te houden.
  4. het inschatten van de betrouwbaarheid van websites.

De leertaken werden steeds vooraf gegaan door een klassengesprek waarin de voorkennis in kaart gebracht werd, en gepoogd is om de motivatie voor de onderwerpen aan te wakkeren.

Een aantal zaken was opvallend.

Ten eerste gebruiken alle studenten Google als bron, en worden andere zoekmachines of andere type bronnen niet of nauwelijks gebruikt. Alleen YouTube wordt gebruikt om muziek te zoeken en te beluisteren.

Ten tweede is geavanceerd zoeken bij slechts twee studenten bekent en gebruiken het regelmatig. De andere studenten gebruiken kennen het niet of hebben er wel eens van gehoord, maar gebruiken het niet.

Ten derde worden RSS-readers door slechts één student gebruikt. De rest herkent het RSS-logo, maar weet niet uit te leggen wat je er nu mee kan.

En ten slotte. Bij het inschatten van de betrouwbaarheid van websites komt een beperkt deel voorkennis naar voren. Denk hierbij aan het controleren van de auteur en het vinden van meerdere sites met dezelfde informatie.

Conclusie: de voorkennis is beperkt, dus is er genoeg te leren. Echter, heb ik de ochtend als moeizaam ervaren. De studenten deden wat van ze gevraagd werd, en tijdens het nabespreken was duidelijk te merken dat er geleerd was.

Maar … het ging niet van harte 8-(

Uiteraard hebben we het hier met de groep over gesproken. Mijn conclusie is dat ze tot nu toe nog niet hebben ervaren wat de voordelen van bovenstaande kennis en vaardigheid zijn.

Enerzijds lijkt dat te komen doordat in het onderwijs alles zeer gestructureerd aangeboden lijkt te worden. Iets langer zoeken geen probleem is, want men heeft tijd genoeg. Men zeer beperkt hun vakgebied bijhoudt. Wel hun hobby’s bijhouden, maar meestal slechts twee of drie favoriete sites bezoeken (geen meerwaarde voor RSS). De studenten in een beperkte leerwereld leven van school en gamen, en zo niet in aanraking komen met een groot aantal informatiestromen. Een van de studenten “noemde het gebruik van gezond verstand” voldoende.

Een eerste vraagteken in de uitvoer van de pilot: voorkennis beperkt, er is geleerd, maar motivatie voor de onderwerpen is minimaal. Stof tot nadenken, en zoeken naar een andere manier van de onderwerpen aanbieden.

In de middag werd het geleerde toegepast in de context van Leren, Loopbaan en Burgerschap. Het thema: De vrijheid op internet?! stond op het programma.

Op slide 18 is te zien hoe we het onderwerp uiteengerafeld hebben in sub-onderwerpen die dichter bij de belevingswereld van de studenten liggen.

Vooraf waren we erg benieuwd of de opdracht niet te moeilijk zou zijn, en of men gemotiveerd zou zijn voor deze opdracht. Tot onze positieve verbazing ging dit onderdeel als een speer. In een goed onderwijsleergepsrek zijn de onderwerpen verkend. Vervolgens is in groepjes van twee op het internet op zoek gegaan naar de mening van de diverse politieke partijen over de onderwerpen. Via een Google Docs formulier dat @mbos gemaakt heeft, kon de gevonden informatie ingevoerd worden.

Een mooie manier om zo via de expert-werkvorm de klas aan het werk te zetten en een overzicht te krijgen van de meningen van de diverse politieke partijen.

Ook het klassengesprek waarin de verzamelde informatie over de onderwerpen besproken werd, ging erg goed. In het eerste deel van het klassengesprek ging ik in op het zoeken en vinden van de informatie, maar vooral over het inschatten van de betrouwbaarheid van de gevonden informatie. Met name rondom het gebruik van de site van Bits of Freedom ontstond een genuanceerde discussie. In het tweede deel van het klassengesprek is op basis van de ingevoerde informatie in Google Docs steeds eerst gekeken wat de mening van een partij precies betekent, wat het gevolg is van die mening en hoe die mening zich verhoudt ten opzicht van de andere partijen.

Uiteindelijk duurde het klassengesprek zo’n 25 minuten.

Een goede tweede dag met een aantal succeservaringen voor mij als docent, maar zeker ook stof tot nadenken voor het ochtenddeel.