Augmented Reality een nieuwe manier van leren?

Op de weblog Frankwatching is enige weken geleden een interessant artikel geplaatst door Denise Pires over Augemted Reality en leren. De basis van deze post stond al enige tijd in mijn lijstje, echter door de ziekte van Lyme, en met name het herstel van de antibiotica was ik er nog niet aan toe gekomen om het item te publiceren. Gelukkig krabbel ik weer op en hoop ik eind van de week weer aan het werk te gaan.

Voordat ik wil reageren op het artikel eerst even kijken op Wikipedia naar Augemented Reality:

Augmented reality (AR) is a field of computer research which deals with the combination of real-world and computer-generated data (virtual reality), where computer graphics objects are blended into real footage in real time. The term is believed to have been coined in 1990 by Thomas Caudell, an employee of Boeing at the time[1].

At present, most AR research is concerned with the use of live video imagery which is digitally processed and “augmented” by the addition of computer-generated graphics. Advanced research includes the use of motion-tracking data, fiducial markers recognition using machine vision, and the construction of controlled environments containing any number of sensors and actuators.

Oftewel: bij Augmented Reality wordt de werkelijkheid aangevuld met computer gegenereerde data. In onderstaande video is te zien hoe via een webcam op je pc via een marker op papier die de webcam “ziet” een windmolen op deze marker geprojecteerd wordt.

Een leuk experiment dat je makkelijk thuis (natuurlijk alleen als je een webcam en printer, voor het printen van de marker, hebt) kunt uitvoeren. Ik was zelf erg verbaasd dat dit kon, en eveneens mijn kinderen waren helemaal enthousiast hierover.

Nogmaals, een interessant artikel met een poging om een vanuit de wetenschap een onderbouwing te geven aan het fenomeen Augmented Reality. Vooral die poging waardeer ik zeer, want te vaak worden technologische innovaties het onderwijs ingeslingerd zonder fatsoenlijk te kijken of het daadwerkelijk effect zou kunnen hebben. Denise verwijst in haar weblogitem naar de theorie Situated cognition:

Situated cognition kijkt met name naar de menselijke cognitie en stelt dat de persoon in kwestie actiever kennis opneemt op het moment dat hij of zij een connectie maakt tussen de feiten en de omgeving waarin de feiten zich afspelen (Greeno 1998: p.2).

en naar het onderzoeksveld Gaming in:

Volgens Squire en Klopfer, beiden werkzaam in het onderzoeksveld van de gaming, is het niet genoeg om gebruikers een lijst met droge feiten voor te schotelen. Kennis moeten gekoppeld worden aan zo realistisch mogelijke praktijkvoorbeelden die de zintuigen prikkelen. Je moet het geleerde meteen in de praktijk brengen of voorbeelden uit de praktijk zien.

Tevens kijkt ze naar de theorie situated learning waarbij benadrukt wordt dat we leren door geleerde feiten in de praktijk toe te passen. Het leerproces krijgt vorm op het moment dat het wordt geïmplementeerd in een activiteit.

[ad#reclame]

Op basis van bovenstaande leertheorieën kun je inderdaad een inschatting maken van het potentieel van Augmented Reality voor het onderwijs. Immers, er wordt een verbinding gemaakt van de nieuwe feiten met de omgeving (situated cognition), het geleerde wordt meteen in praktijk gebracht (gaming en situated learning).

Kortom, een mooi artikel, maar ….. waar Denise voor mij te kort door de bocht gaat is in haar opmerking waarin ze het onderwijs van vandaag de dag zeer zwart-wit positioneert:

Dit vertoont een sterk contrast met de wijze waarop een klas traditioneel functioneert; een instituut zoals wij die vandaag de dag kennen. Kennis die van leraar op leerling wordt overgedragen blijft in eerste instantie vrij abstract. Je concretiseert de stof niet direct waardoor het leerproces kan worden vertraagd. Er vindt tevens weinig interactie plaats, de macht is immers gecentraliseerd; de leraar is de autoriteit en de informatie die wordt verschaft komt van ‘leraarszijde’. Te vergelijken met een one-to-many-communicatiemodel dus.

Met name de invoering van projectgericht onderwijs (pgo), maar ook de invoering van het competentiegericht onderwijs (cgo) op dit moment poogt juist beter aan te sluiten bij nieuwe inzichten rondom leren, leertheorieën zoals het cognitivisme en het (sociaal) constructivisme door het leren in een zo reëel mogelijke (beroeps)context plaats te laten vinden.

Op de ICT-Academie van het Koning Willem I College, maar ook op andere afdelingen en ROC’s in Nederland, is deze beweging al enige jaren geleden ingezet natuurlijk. Er is zeker nog een weg te gaan, maar ik herken me gelukkig niet in bovenstaande zwart-wit beschrijving van het onderwijs.

Kortom, een artikel dat zeer de moeite waard is om te lezen met een goede poging om het geheel wetenschappelijk te onderbouwen. Hulde!

Maar Augmented Reality is voor mij wederom een innovatie die mogelijk iets toe kan voegen aan al hetgeen we al hebben veranderd, en niet de zoveelste “onderwijs volledig op de kop zettende” innovatie.